Mijn goede collega P. Stift stuurde een kaartje van Europa met daarop de percentages dagelijkse drinkers per land, en Portugal blijkt de fiere koploper te zijn want in mijn patrie de cœur nuttigt 21.4 procent van de bevolking dagelijks alcohol.
In Nederland drinkt slechts 8.7 procent iedere dag en laat ik al die pimpelaars nou toevallig persoonlijk kennen!
Landgeist, de club die dit soort trivia onderzoekt, komt met andere verhoudingen in Europa als het over bier, wijn en sterke drank gaat. Zo zuipen de Fransozen nog meer wijn dan de Portugezen en zijn de Oostblokkers heel verrassend koplopers qua sterke drank. De meeste alcoholgerelateerde doden vinden we dan weer in Duitsland en Slovenië en niet in mijn Portugal. Een hele opluchting, al heb ik de afgelopen twaalf jaar heel wat mensen zich zien dooddrinken in de Algarve, en ik ken minstens tien mensen die verongelukten (motor & auto) in het verkeer omdat ze gezopen hadden.
En dan nu het goede nieuws: de drank kost nog steeds geen drol hier. In mijn favoriete visserskroegen kost een flesje bier rond de 80 cent, een liter wijn in een karaf 4 euro, een glaasje vuurwater gemiddeld 60 cent en een enorme bel Portugese brandy rond de één euro vijftig.
Ik zit momenteel weer in een gezonde fase (van 97 kilo naar 88.5 kilo met behulp van mijn diëtiste en mijn personal trainer, dank u wel) en dat valt het mij pas echt op hoeveel er hier gedronken wordt.
In de Algarve wemelt het van de expats die al beginnen te zuipen zodra de 10 in de klok zit. Heel erg Nederlands is dat, dat er gezopen moet worden zodra de koperen ploert zich even laat zien. De mantra van de Nederlander in Portugal op vakantie is Zon = feest = zuipen. Vergelijk het met Wadden-alcoholisme, een verschijnsel dat volgens mij lang geleden door de Haagsche Post is ontdekt: toeristen die zich een delirium slempen op de ochtendveerboot om het Sil de Strandjutter-gevoel te krijgen. Die ouwe Nederlandse alcoholisten in de Algarve roepen vaak: ‘Ja maar, die Portugezen drinken ook een borreltje bij het ontbijt.’ Zeker en waar, maar dat zijn vissers die de hele nacht verkleumd op woelige baren varen. Die drinken een paar neutjes als slaapmutsje en gaan daarna naar bed.
Ik drink nu nog maar twee keer per week (wel meteen binge) en dan neem ik ‘s anderendaags een rebatida. De kater wordt dan bestreden met nog meer alcohol, in de vorm van een vloeibaar ontbijt. Dit wordt ook wel matar o bicho genoemd, het doden van de worm.
Na een gemompeld bom dia bij het binnenkomen, zei niemand meer een woord. Ze dronken plechtig en snel, gooiden gepast geld neer, en vertrokken met een afscheidsgrom.
Ervaringsdeskundige Arie Pos schrijft daarover in Portugal voor Bonvivanten: matar o bicho komt van het Franse tuer le ver, een worm die op je nuchtere maag dood moet, bij voorkeur met een koppig glaasje aguardente (40%). Die worm in je lijf veroorzaakt ziektes, dacht men, die had vrij spel gehad terwijl je sliep en moest dus ’s morgens vroeg meteen stevig worden aangepakt. Misschien wordt dat veruiterlijkt door de worm, hagedis, schorpioen en cobra in flessen tequila, mezcal, wodka en whisky, al schijnen de schorpioen en de cobra ook dienst te doen als afrodisiacum en tegen spierpijnen. Overigens drinken de Portugezen hun ontbijtalcohol straight. Geen dure flessen met vieze beesten erin, maar het straffe destillaat uit de streek, dat door illegale stokers – gelukkig zijn ze er nog en wij hebben er ook een – in mandflessen wordt geleverd en in mijn buurt bagaço heet. Dat wordt gestookt van de persresten – schilletjes, pitjes en takjes – van vinho verde-druiven. Een glaasje kost een paar dubbeltjes en met een cardiac exercise-kopje koffie erbij ben je voor een euro weer een dag van je worm af. Matar o bicho leerde ik kennen toen ik voor het eerst bij Gerrit Komrij en Charles Hofman logeerde, die net in Vila Pouca da Beira woonden. Dat was voordat ik zelf naar Portugal verhuisde. Om wakker te worden liepen we om een uur of acht naar het dorpscafeetje voor sigaretten en een koffie met bagaço. Langs de toog stond een rijtje mannen hetzelfde te drinken. Na een gemompeld bom dia bij het binnenkomen, zei niemand meer een woord. Ze dronken plechtig en snel, gooiden gepast geld neer, en vertrokken met een afscheidsgrom. Hier in Cete gaat het net zo, je hoeft niets te zeggen en je koffie en drankje staan al voor je klaar. Altijd dezelfde mannen, af en toe een vrachtwagenchauffeur op doorreis. Alleen de autospuiter van de enige garage hier drinkt anis in plaats van bagaço. Voor de goede orde: ik ontbijt de laatste jaren met koffie en jus en ga pas eind van de middag naar het café.
Overigens was Arie zeer recentelijk te gast bij De Nieuwe Wereld om het uitgebreid over de 80ste verjaardag van Gerrit Komrij te hebben en diens nalatenschap. Kijken!
In de kop van deze preek beloofde ik tips voor goedkope drank. Welnu: in Portugal zijn de meest geweldige inheemse wijnen te koop en vaak tegen afbraakprijzen. De aanbiedingen in de Pingo Doce, de Intermarché, de Continente en de Auchan zijn interessant want een topwijn uit de Alentejo die normaal 15 euro kost, is soms afgeprijsd naar 5 euro. Maar dat kan natuurlijk gewoon boerenbedrog zijn, bijvoorbeeld omdat die helemaal nooit 15 euro heeft gekost. Het handigste is om dan ter plekke in de supermarkt de wijn te scannen of te googelen en dan hebt u binnen nog geen minuut de echte prijs gevonden, of in ieder geval de adviesprijs. Het aanbod van de Lidl en de Aldi is wat minder imponerend, met heel af en toe een uitschieter, maar de Nederlandse camperaar in een driekwartbroek en op gifgroene crocs zal mieters blij zijn als hij bij de Duitse prijsbrekers een vijfliterdoos slobber mét kraantje voor pak ’m beet vijf eurootjes kan scoren. Tip: haal de op een stoma lijkende aluminium wijnzak uit de doos, die past beter in uw ijskastje. En nog een gratis tip voor mensen die de zak graag in de doos houden (‘plompzakken’ heet dat in het erotisch woordenboek): haal hem uit de doos als u vermoed dat hij leeg is. Gegarandeerd knijpt u er nog een half litertje slobber uit. Voor de kleine portemonnee zijn er nog de Spar, de Algartalho en de Minipreço, ietwat muffige supermarkten waar altijd de meur van schoonmaakmiddel en stokvis hangt. Dat is meer voor de liefhebber van wit Bimbo-brood dat tien jaar goed blijft, blikjes sardines van tachtig cent en enge Duitse worstjes in blik.
Dá-me mais vinho, porque a vida é nada.
‘Geef mij nog wat wijn, want het leven is niets.’ Deze prachtige strofe komt uit een van de allerlaatste gedichten van Fernando Pessoa. Elf dagen na het schrijven van Há doenças piores que as doenças (Er zijn ziekten erger dan ziekten) overleed Portugals grootste dichter. Samen met mijn maatje Reggie Smith werk ik aan een zesdelige serie wijngidsen voor Portugal en te pas en te onpas komen we Pessoa’s mantra tegen op wijnhoeves.
Het eerste deel van de serie, het volgende deel gaat over de omgeving van Lissabon en de Ribatejo, ging over de Algarve en de Alentejo en ik vrees dat we zo’n 350 wijnen hebben geproefd. Daar komen de aguardentes en medronhos nog bij. Ik klaagde niet, want de Alentejo is één groot feest. De wijnboeren vrolijkten de proeverijen op met copieuze maaltijden (geit, lam, konijn, patrijs, wild zwijn en bacalhau) en we werden nog nét niet voorgesteld aan de huwbare dochters van de notabelen uit dorpen met exotische namen als Serpa, Cuba, Mourão, Vidigueira en Reguengos de Monsaraz.
Maar nu komt de onvermijdelijke moraal van het verhaal: ik vond het als Veluwse hedonist zonde om al die topwijnen uit te spugen, dus ik slikte alles door. Het proeven begon om tien uur ’s morgens, dus rond het noenmaal was ik zo vrolijk als een borderliner op prozac en mda. Tegen het vallen van de duisternis tikte ik in een schommelstoel op de veranda van een herdade nog wat aguardente velhissima weg, begeleid door een concert van krekels en kikkers. ’s Avonds een man, ‘s ochtends een man, maar ik voelde me pas weer kiplekker als de volgende dag het vloeibare ontbijt er in gleed.
Fernando Pessoa overleed aan de gevolgen van levercirrose en werd slechts 47 jaar. Het is daarom best wrang dat wijnboeren adverteren met een flard uit een gedicht van een notoire alcoholist. De vertaling van de zinsnede is van August Willemsen en ook die spoog niet in zijn glas. Willemsen was lector Portugees aan de UvA en tijdens het openingscollege voor de eerstejaars gaf Guus een masterclass caipirinha’s om de ziel van Brazilië beter te leren kennen. ’s Morgens om negen uur! Willemsen heeft zijn dipsomanie beschreven in het huiveringwekkende dagboek De val. Zo wil ik niet eindigen en daarom overweeg ik – de eeuwige jojo – regelmatig lid te worden van de blauwe knoop.
Eerder schreef ik in de HP over mijn hartstochtelijke gevechten met Moeder Alcohol: Ik zwom vanochtend – zoals elke dag – in de Atlantische Oceaan en dacht terug aan alle ellende die Moeder Alcohol in mijn leven veroorzaakte. Alle echtelijke ruzies, mijn grondig verziekte en verknalde loopbaan, de keren dat ik mij vreselijk misdroeg op recepties, vernissages en verjaardagen, de seksuele uitspattingen als gevolg van drugsgebruik, dat hand in hand ging met drankmisbruik.
Tegen het vallen van de duisternis tikte ik in een schommelstoel op de veranda van een herdade nog wat aguardente velhissima weg, begeleid door een concert van krekels en kikkers.
Mensen vragen mij vaak: ‘Maar je kunt toch ook gewoon gezellig een glaasje wijn bij het eten nemen, Tuurtje?’ Nee dus. Een glas wordt bij mij twee flessen, dan gaan er nog een paar neutjes in, vervolgens fiets ik naar de grote stad O., om daar levensgevaarlijke drugs te roken in het gezelschap van eenbenige kommersjele sekswerksers, straatrovers en eencellige psychopaten. Daarom beperk ik mijn bacchanalen tot hoogstens een paar keer per maand. Goed, de drank kost zoals ik al schreef geen drol in Portugal en vermoedelijk werkt dat – in combinatie met de 3600 jaarlijkse zonuren – als een magneet op Hollanders. In een cynische bui zou ik schrijven: ze vliegen als motten in een kaars, want de dood – meestal vermomd als Moeder Alcohol – giechelt hier achter elke kurkeik. En daarom wil ik deze preek afsluiten met een wijze raad: geniet maar drink met mate.
Abonneer op een lidmaadschap
Flinke korting op een digitaal jaarabonnement
Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)
Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €5 per maand.
En dat kaartje moet ik geloven? Potverdikke, als de Polen zo weinig zuipen op dagelijkse basis dan moet ik ze bij dezen mijn welgemeende excuses aanbieden, daar het voor mij altijd de grootste zatlappen van Europa zijn geweest. En de Finnen zijn ook niet meegenomen in het 'onderzoek'? Right.
Ja, de alcohol wil wat. Ikzelf drink ook elke dag. Dat begint met wijn bij la comida. Als afsluiter carajillo waar whisky in zit en daana nog 1 of 2 chupitos de whisky (wiki zoals de canarios het uitspreken). Hier hou ik het over het algemeen bij. Tenzij ik door mensen uitgenodigd word naar de chiringuito in het hotel vlakbij te komen. Ik drink dan meestal vino tinto. Een glas vino tinto kost in die bar 1,20 €, maar dat is plonk. Ik vraag meestal naar een iets betere wijn (El Coto, Ramon Bilbao of Cáceres): 2,50 € . Peperduur vindt iedereen dat, maar je krijgt dan wel een groot glas tot bijna aan de rand gevuld.
Bimbo-brood hahahaha. Mijn vriend eet dat momenteel omdat er een tand uit zijn mond gevallen is en de tandarts even tijdelijk met een beetje cement de tand teruggezet heeft. Hij moet dus voorzichtig zijn. Ik lig altijd in een stuip als ik die Bimbo-bestelwagens door het dorp zie rijden. BIMBO met knalgrote letters. De Spanjaarden hebben over het algemeen weinig tot geen kennis van de Engelse taal, want anders noem je je broodfabriek toch niet Bimbo? Oh verschrikkelijk, hahahaha.
En vandaag is het 50 jaar geleden dat de Anjer-revolutie plaatsvond. Wordt dat gevierd in Portugal? Want zo te horen wat Arie Pos vertelde zijn de oude establishment-partijen al weer heel lang aan de macht. Hoewel sinds de laatste verkiezingen Chega een vinger in de pap heeft gekregen. Mooi gesprek was dat trouwens tussen Wouter Post van de Nieuwe Wereld en Arie Pos. Ik was blij dat Wouter Post de interviewer was en niet die Ad Vebrugge die overal doorheen kakelt en vooral zichzelf belangrijk vindt.