Ik kwam Hans Luyckx tegen in Londen tijdens een mannenuitje dat georganiseerd was door onze gemeenschappelijke vriend Rob Muntz. Het klikte meteen want we zijn even oud, studeerden beiden aan de UvA en zijn beiden gepokt en gemazeld door het ruige Amsterdam van de jaren tachtig. Een wilde periode die nauwelijks beschreven is in de Nederlandse letteren. Gimmick van Joost Zwagerman is een draak van een boek, dat volgens kenners niet eens door hem geschreven is. Hans en ik kwamen hem dan ook nooit tegen in de Mazzo en in nachtkroeg de Koophandel, bijgenaamd de Cokehandel.
Michiel Romeyn in de Mazzo
Het leek ons aardig om op Substack terug te kijken op de jaren tachtig in Amsterdam. Hier deel 1 van onze correspondentie.
Arthur: Zo Hans, ik ben weer op mijn stekkie in de Ria Formosa. Het beschermde natuurgebied is nu op zijn mooist. Een bloemenpracht, roze flamingo’s, de lucht van rottend zeewier en stront van Hollandse kamperaars en natuurlijk dat eeuwige gefluit van dolfijnen dat op den duur flink gaat vervelen. Ik kan niet meer tegen de stad. Teveel impulsen, en vooral Londen. En toch mis ik de stad. In Amsterdam zat ik hele dagen op het terras van Casa Maria, Warmoesstraat nummer 60, recht tegenover de Lange Niezel en pal naast het politiebureau.
De klandizie bestond uit hele valse nichten, travestieten, transgenders en hoeren en het merendeel kwam van de overzeese gebieden, door Gerard Reve ook wel de ‘Overzeese Geslachtsdelen’ genoemd. De aids-pandemie decimeerde de clientèle van deze Mokumse Cage aux Folles, tot groot verdriet van mij en barkeepster Linda, de dochter van Maria. De begrafenissen en crematies waren diep treurig maar ontaarden steevast in vrolijke après nous le déluge-uitspattingen. Niemand maar dan ook niemand kon ongestoord langs Casa Maria lopen. Bij iedere voorbijganger begon de volière te kwetteren dat het een aard had. Dat was genieten hoor, vooral als er mensen met een bochel, een klompvoet, een pruik of haarstukje, overkammers, hele truttige homostelletjes in leren pakken met een rode of gele zakdoek in de achterzak en stuitend slecht geklede hetero’s voorbij kwamen. Hoogtepunt van de dag was altijd wanneer de NAF-brigade een Noord-Afrikaanse zakkenroller had opgepakt en naar het bureau sleepte, en de dellen van Casa Maria het vieze ding kenden van de pisbak. Joelen, gillen, krijsen en ik deed vrolijk mee.
Andere terrassen waar ik graag mocht verpozen: Café Mulder aan de Weteringschans, Café Confianza aan het Kadijksplein, Chez Manfred en Café Montmartre (hoi Gerard Joling!) in de Halvemaansteeg, de Amstel Taveerne aan de Amstel (hoi Astrid Nijgh!), de Koningshut in de Spuistraat en Café De Zon op de Nieuwmarkt. Bij De Zon zat Rijk de Gooyer vaak heerlijk te kankeren.
Astrid Nijgh en Manfred Langer voor de Amsteltaveerne, hoesje van hun singel Drink meer Amstel Bier
Rijk in De Zon
Ik kwam graag op de Nieuwmarkt, en met name bij Café de Vriendschap waar ze boos werden als je ‘s ochtends een kopje koffie in plaats van een kopstoot bestelde. Verder kwam ik bij ‘t Loosje en op onzalige tijdstippen zakte ik door bij Bloemen Pietje aan de Geldersekade (waar de klanten van Casa Maria in de regel de nacht eindigden) en bij nachtkroeg De Witte Ballon alias de Herberg op Geldersekade 56, waar ik de legendarische Mexicaanse bonensoep van de heerlijke Surinaamse pot Sally naar binnen slobberde en probeerde recht op mijn benen te staan als ik naar de plee moest want anders schopte uitbater Gerrie mij er zonder pardon uit.
Mimi en Rijk
Mimi Kok had wortel geschoten in de Herberg voor ze naar artiestensociëteit De Kring verkaste en ik heb er regelmatig zitten tongen met Ramses Shaffy (niet met Mimi hoor!).
Hansie, ken je dat liedje van Frans Halsema?
Mokum wat maak je me nou, Mokum wat maak je me nou
Wat maak je me nou voor een puinhoop ervan
Het loopt uit de hand en wat doenne we dan
Mokum wat maak je me nou, Mokum wat maak je me nou
Kom hou je gedeisd geen paniek in de tent
Al sores genoeg, blijf gewoon wat je bent
We luisteren even naar de meester zelf:
Man man, ik zit hier gewoon te snotteren. Jij vertelde mij in Londen over jouw eerste kennismaking met Amsterdam. Hoe ging dat?
Hans: Ik 1978 studeerde ik op de Jodenbreestraat, midden in het bruisende hart van Mokum. Hier trapte ik mijn uitgaansavonturen af. Daar, te midden van het rumoer en de eeuwige drukte, stond het mausoleum van Maup Caransa, de vastgoedkeizer van de jaren tachtig, wiens imperium zich uitstrekte als een ontembare leviathan door de straten van Amsterdam. Hierdoor zette ik mijn eerste schreden in het lokale nachtleven rondom de Nieuwmarkt, een wijk die ademde en leefde op het ritme van de stad.
Maup Caransa, de koning van Mokum
Niet lang daarna vond ik mezelf achter de bar van Tapvreugd, een kroeg genesteld in de oude Hoogstraat en eigendom van DikkieMeier, een duivenmelker. Dikkie, een kleine geblokte body builder met een hart voor zijn gevleugelde vrienden, kon urenlang op zijn dak staan, pratend en fluisterend naar zijn duiven. Voor hem regelde ik, via een complexe keten van kennissen, de beruchte Linssen-duif, een vogel zo legendarisch dat zelfs de grootste sceptici onder de duivenmelkers er ontzag voor hadden.
“wegens sterfgeval gesloten”
De buurt was een smeltkroes van kroegen en duistere cafés, zoals George Baker en Café de Dood en De Palm, waar de clientele voornamelijk bestond uit junks en Hells Angels. Voor een groentje zoals ik was dit een no-go area. Toch was het onmogelijk niet gefascineerd te raken door figuren als Freekkie Frituur, een Hells Angel die berucht werd na een ongeluk met hete frituurolie, een man wiens verschijning alleen al angst inboezemde.
Decennia later, toen Tapvreugd al lang gesloten was, liep ik erlangs en stuitte op een fragiele, oude man die de straat veegde. Het was Dikkie, inmiddels 93, maar nog steeds even koppig en vastberaden als altijd. Een stukje verder lag de Bethaniendwarsstraat , waar in de snackbar van Leo Vrij de bokslegende James, zijn zoon, vaak te vinden was.
James Vrij
Deze snackbar was een verzamelpunt voor de crème de la crème van de vechtsportwereld. Daar tegen over zat Nachtclub Chez Nelly, opgericht door Nelly Frijda en Gert-Jan Dröge, trok de Amsterdamse rock-'n-rollscene aan. Na hun optredens verzamelden ze hier, met Herman Brood voorop, snuivend aan de met cocaïne bestrooide glazen hartjes op de bar.
Arthur: we luisteren even naar Herman (dat zijn herinnering tot een zegen mag zijn)
Sitting with Nelly
In front of the telly
Filling my belly
With a bottle of wine
I’m goin' with Kelly
To the cross-country rally
Up to Chez Nelly
And straight down the line
Hans:
Ik, nog veel te jong en onschuldig, voelde me een buitenstaander tussen al deze grootheden - ouder, cooler, hipper en onbereikbaar mooi. Daar, in die broeierige, nachtelijke wereld, waar elk hoekje en gaatje gevuld was met de echo's van de rauwe, ongepolijste ziel van Amsterdam, realiseerde ik me dat ik nog een lange weg te gaan had.
Arthur: attenooije, wat een sentimental journey, vogel. Ik ging vaak eten bij Leo vrij, want die had geweldige Surinaamse gerechten die je nergens anders kon krijgen. Zo had hij heerlijk eend, die met Franse finesses was bereid. Leo had warempel een van de eerste fusionrestaurants van de stad. In de volgende aflevering moeten we het eens hebben over Chez Nelly, dat gerund werd door de onvergetelijke Gert Jan en Jan Lenferink.
Dit is trouwens een waanzinnige aflevering van RUR, met Herman Brood
Lenferink was een fan van mijn Volkskrant-columns en kwam altijd naar mijn boekpresentaties. Hij leeft nog! Wist je dat hij ook nog Royal, grand cafe heeft uitgebaat in de Gravenstraat, in de schaduw van de Nieuwe Kerk? Ik woonde op de Nieuwezijds, om de hoek. Zijn legendarische talkshow RUR (Rechtstreeks uit Richter,) verhuisde uit de Richter naar later Royal en bleef dus RUR. In de volgende aflevering gaan we het lekker hebben over het gore Mokum: de Satansclub, de Wallen en de Zeedijk. Zie je mij er tussen lopen, Hans? Ik was een echte wigger man, avant la lettre
Wat een geweldig verhaal ❤️
Jeugdsentiment!
Was er dit weekend, helaas, maar van dat spannende Amsterdam van destijds is helemaal niets meer over.
Morsig is het nog wel, maar dan met bekers van de Starbucks en hoe al die snelle bevredigers mogen heten.