Ik heb maar liefst drie columns bij de HP. Zo opereer ik onder het pseudoniem GHB Hiltermann, samen met mijn mattie, de tekenaar Gabriel Kousbroek. GHB is de afkorting van gamma-hydroxyboterzuur, een spotgoedkope partydrug en dientengevolge razend populair bij de boertjes in Brabant. De echte Hilterman heette GJB: Gustavo Bernardo José. Wanneer hij zondagmiddag zijn column De Toestand in de Wereld voorlas op de radio, zweeg het volk en was het stil op straat.
Ik heb van GHB een sympathieke ijdeltuit gemaakt die qua grootspraak bij vlagen doet denken aan Frenske Timmermans (‘ik ga nog eens een boek schrijven over alle beroemde mensen die mij ontmoet hebben’ en ‘president Charles de Gaulle die mij nog goed gekend heeft’).
Verder schrijf ik met Rob Hoogland al 8 jaar iedere maand de column Foute Jongens voor de HP en deo volente komt op 14 juni Het Grote Foute Jongensboek deel 3 uit, een en ander met een vrolijke presentatie. U kunt het boek hier bestellen.
Last but not least gesel ik de natie iedere vrijdag met een donderpreek, zoals deze gisteren, met de welluidende en pakkende titel: Dwingend advies: zaterdag allemaal op dat lieve Israëlische zangeresje Eden Golan stemmen.
Vermond als GHB Hiltermann deed ik mee aan de prestigieuze Heldringprijs. Dit was de aanbeveling:
Hoofdredacteur Tom Kellerhuis en Arthur van Amerongen bedachten G. H. B. Hiltermann tijdens een natte lunch in sociëteit De Kring.
Beiden zijn gepokt en gemazeld in de progressieve journalistiek. Arthur van Amerongen was tien jaar de razende reporter van de Groene Amsterdammer, Kellerhuis kwam tot wasdom bij de authentieke Gideonsbende van HP/de Tijd. Tijdens hun jongelingschap behoorden de twee niet bepaald tot de aanhang van Heldring en G.B.J.
De tijden zijn veranderd. Sadder but wiser, zegt men dan.
Columnist Van Amerongen vertolkt bij De Volkskrant samen met Elma Drayer en Martin Sommer het gezond verstand van de krant. Dat wil zeggen: niet belerend, vrolijk-cynisch en wars van het domineestoontje van de meeste andere columnisten.
Van Amerongen noemt zich - de uitdrukking is geleend van zijn leermeester Martin van Amerongen - nadrukkelijk anarcho-liberaal. Zijn alter ego G.H.B. is een mengeling van Heldring, Jacques Gans, Henri Knap en Willem Oltmans.
Jérôme Heldring
Jacques Gans
Willem Oltmans
GHB (voor de leek: GHB staat voor egamma-hydroxyboterzuur en is de goedkope variant van XTC) is vooral een taalnazi, alles gaat bij hem om de vorm. Heldring zei ooit: ‘een kommaneuker. Zo word ik wel eens genoemd, meestal door lieden die zelf te lui zijn om de moeite te nemen gebruik te maken van, of zelfs na te denken over, de mogelijkheden die dit leesteken biedt.’
Iedere maand presenteer GHB zijn kijk op de toestand in wereld, altoos puttend uit zijn rijke verleden. Was Heldring meer een man van de petit histoire dan van de grote trekken, Hiltermann is niet bepaald de bescheidenheid zelve. Een van zijn gevleugelde uitspraken is: ‘ik ga nog eens een boek schrijven over alle belangrijke mensen die mij ontmoet hebben.’
GHB en Heldring delen een drama. In de woorden van Heldring: ‘tot mijn spijt ben ik er nooit toe gekomen het magnum opus te schrijven dat alle gebeurtenissen van de laatste halve eeuw samenvat en verklaart in het licht van één conceptie, één sluitend wereldbeeld.’
En er zijn meer overeenkomsten tussen Heldring en GHB. Martin van Amerongen schreef in zijn oratio funebris over G.J.B. Hiltermann: ja, hij noemde zich jarenlang, zo ongeveer als enige in Nederland, conservatief. Niet uit nostalgie naar de tijd dat de arbeiders hun plaats nog kenden, maar uit ongeloof aan de veronderstelde veranderbaarheid van de samenleving. GHB citeert regelmatig uit het oeuvre van Heldring. Een van de welluidenste citaten: er zijn er die misschien nog liever beschuldigd zouden worden van brandstichting dan te zijn conservatief.
Heldring en Hiltermann zouden nu door alt-left worden afgeserveerd als nazi’s.
GHB Hiltermann is echter net als Heldring een baken van beschaving. Iedere maand nuanceert hij de mallemolen van de wereldpolitiek: de Russen, de Koreanen, de as Duitsland-Frankrijk, het Midden-Oosten. Altijd met een kwinkslag. De persoonlijke noot wordt niet geschuwd maar staat altijd in dienst van de analyse. Mannen zoals Heldring en Hiltermann worden niet meer gemaakt.
Om met de historicus Huizinga af te sluiten: ‘het waren te wenschen geweest, dat een groep van politiek geschoolden den moed hadde bezeten, zich conservatief te blijven noemen in den waardigen zin van het goede te willen behouden en de traditie niet roekeloos te willen prijsgeven voor de mode van den dag.’
Enfin, de Heldringprijs werd door mijn neus geboord, net als de Pim Fortuynprijs.
Niet getreurd, hier mijn GHB-column over Israel, die ik kort na 7 oktober schreef. Sjabbat shalom!
Sjalom, vrienden. Ik bevind mij in het Herods Vitalis Spa Hotel in Eilat en ik hoor u denken: oivee, G.H.B., bent u levensmoe, u bevindt zich in een levensgevaarlijk oorlogsgebied! Bent u niet bang voor de raketten van de vrijheidsstrijders in Jemen?
Welnu, vermoedelijk heeft u in uw favoriete ochtendkrant gelezen dat de Houthi-bende in Jemen een vredelievende democratische club is zoals Hamas, en dat deze padvinders het liefst anjers in de loop van hun kalasjnikovs steken, ware het niet dat het zionistische monster hun land bedreigt. Hun favoriete strijdkreet luidt: “Allah is groot, dood aan Amerika, dood aan Israël, de Joden zijn vervloekt en de Islam overwint.” Daar zit geen woord Spaans bij, dunkt mij.
U denkt natuurlijk dat er een massale uittocht plaatsvindt uit Eilat, maar het is hier heerlijk rustig, een zeldzaamheid in de anders zo drukke badplaats. Mijn opgewekte masseur Vladimir, wiens opa het antisemitisme onder Stalin had overleefd, vertelde mij een witz: weet u, adon G.H.B., waarom wij Joden altijd viool spelen? Omdat je een piano niet op je rug kan meenemen als je moet vluchten voor een pogrom!
Vladimir zei ook dat er een paar dagen voor mijn komst wat projectielen van de Houthi-rebellen zijn onderschept door de USS Carney van de Amerikaanse marine, een torpedobootjager die in de Rode Zee dobbert.
Maar u wilt natuurlijk vooral weten waarom ik uitgerekend nu in het Beloofde Land ben. Het zit zo: Agaath, mijn trouwe interieurverzorgster, vertelde mij dat ik er wat pips uitzag en dat ik er misschien eventjes tussenuit moest voor de ‘vitapientjes V’. Ik dacht dat zij vitamine C bedoelde, maar ze bedoelde vitamine vakantie.
Nou was ik in mijn eigen Mokum de afgelopen tijd regelmatig lastiggevallen door allerhande werkschuw tuig, zoals Zwarte Pietenjagers, mohammedaanse fanatici en klimaatgekkies, die tegenwoordig onder dezelfde paraplu opereren. Ik ben natuurlijk de verpersoonlijking van fatsoenlijk rechts, maar het is toch van de gekke dat ik met gevaar voor eigen leven over straat moet. Vroeger kon je tenminste nog rekenen op de mariniers om de boel schoon te vegen, maar die staan nu regenboogvlaggen te strijken.
Agaath haalde bij ons vaste reisbureau folders voor all-inclusive Rijnreisjes op de Henry Dunant.
Terwijl zij druk in de weer was met de papierwinkel, las ik in Het Parool een verslag over het bezoek dat burgemeester Femke Halsema aan Auschwitz bracht. Daar werd ze overvallen door het nieuws dat het aantal antisemitische incidenten in Nederland nogal gestegen is sinds de oorlog tussen Hamas en Israël begon op 7 oktober. In een officiële verklaring liet zij dit weten: “Terwijl ik met 17 Amsterdamse jongeren door Auschwitz loop, bereikt ons het bericht van de stijging van meer dan 800 procent in het aantal antisemitische incidenten in heel Nederland. Wat een nationale schande, wat onbeschrijflijk verdrietig. Ik roep alle Amsterdammers op om op te komen voor je Joodse buren, vrienden en stadgenoten.”
Ik was voor het eerst geraakt door een uitspraak van onze burgermeesteres, vrienden. Nu moet ik daar wel aan toe voegen dat Halsema wellicht een ietsiepietsie naïef is, want er waren al genoeg tekenen aan de wand de afgelopen jaren. Reeds in 2015 schreef nota bene het Algemeen Dagblad, alias het Rotterdamse sufferdje: “Zegt de leraar ‘Joden’, zeggen leerlingen ‘Gaza’. Zegt de leraar ‘Holocaust’, zeggen leerlingen ‘allemaal bullshit’.”
Halsema’s clubje GroenLinks, inmiddels omgedoopt tot Groep Timmermans, roept altoos dat de antisemitische dreiging van extreemrechts en van de zwartekousenkerk uit Urk en Staphorst komt, maar dat is natuurlijk apekool. Dat Jodenhaat vooral komt uit de hoek van een niet nader te noemen niet-westerse religie, bleek wel tijdens de massale pro-Hamasdemonstraties na de grootste pogrom op Joden sinds de Tweede Wereldoorlog.
En wat schrijft professor Leo Lucassen in Trouw op diezelfde dag dat het verhaal van mevrouw Halsema uit Auschwitz naar buiten kwam?
“Niet elke gruwelijke moord op Joden is een pogrom: de aanval van 7 oktober was dat niet.”
Toen ik Lucassen had gelezen, wilde ik een adhesief gebaar maken naar de Internationale Jodenheid.
“Agaath,” riep ik kordaat, “We gaan helemaal geen bejaardenreisje maken op de Henri Dunant. We gaan naar Israël om steun te betuigen aan het Oude Volk!”
“Maar G.H.B.,” antwoordde de schat, “er gaan toch helemaal geen vluchten meer naar het Beloofde Land, en vermoedelijk zijn alle restaurants en hotels daar gesloten.”
“Nou,” antwoordde ik, “dan ken je de Joodse ondernemersgeest nog niet, goede vrouwke.”
El Al vliegt gewoon dagelijks van Amsterdam naar Tel Aviv, voor een zeer schappelijk prijsje, en ik ging meteen even kijken of er een tafeltje vrij was bij L’Epoque by Robuchonin Tel Aviv. Mijn goede vriend Joël Robuchon overleed helaas in 2018. Hij had altijd als droom om een restaurant in Israël te openen, maar helaas mocht dat niet zo zijn. Zijn gedroomde restaurant ging begin dit jaar open in het legendarische Elkonin Hotel, het allereerste hotel van Tel Aviv. Dat werd in 1913 geopend en was de favoriete hang-out van Albert Einstein, David Ben-Gurion en Chaïm Weizmann.
Het water liep langs mijn tanden, want het menu ziet er schitterend uit, met Robuchon-klassiekers als het knapperig gepocheerd ei op kaviaar, de gekarameliseerde kreeft met opgeklopte kokosmelk en zwarte pepersaus en de miniburger met foie gras. En zijn wereldberoemde iconische aardappelpuree staat op de kaart!
Enfin, Agaatje en ik vlogen na de lichte maaltijd bij L’Epoque door naar Eilat, waar het overdag een aangename 32 graden is. Agaath nipt terwijl ik dit schrijf aan een glaasje Sabra – de beroemde Israelische likeur waarvan ze in Mokum zouden zeggen: een wijvendrankje – en ik heb een flesje rode Yarden Katzrin uit 1993 van de Golan Heights Winery laten opentrekken.
Ik sta achter Israël, vrienden, en de beste manier om steun te betuigen is om nu op vakantie te gaan naar dat prachtige land. Ik wens u fijne feestdagen!
Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €5 per maand.
Zonet weer een rooie rug gesponsord, het kopen van zijn boeken is goedkoper, doch dit is leuker en ook iets meer waard.
Hij is weer mooi!!
Over kommaneuken gesproken: er staat 2 keer G.J.B. in plaats van G.B.J.
(Omwille van de leesbaarheid heb ik “in plaats van” maar niet afgekort.)