Het nieuwe boek van islamcriticus Keyvan Shahbazi en waarom hij als columnist opstapte bij de Volkskrant.
Keyvan Shahbazi (Teheran, 1964) is cultureel psycholoog. Hij was adviseur van bewindspersonen bij verschillende ministeries, doceerde aan de Politieacademie en is bestuurslid van de stichting Vluchtelingenwerk Nederland en Comité Iran Vrij. Shahbazi was jarenlang columnist bij de Volkskrant, waar hij in 2019 na een rel opstapte. Sinds 2020 schrijft hij voor De Telegraaf. In 2021 debuteerde hij met de veelgeprezen autobiografische roman De Amerikaan van Karadj. In 2024 werd hij uitgeroepen tot Vrijdenker van het jaar.
Zojuist is De Prijs van Vrijheid uitgekomen, een bundel vol vlijmscherpe islamkritische essays, opiniestukken, persoonlijke literaire verhalen uit de Volkskrant, De Telegraaf, Trouw, Het Parool, NIW en EW Magazine. Shahbazi’s dramatische levensverhaal is destijds mooi opgeschreven door Jeroen Pen van Zembla.
Een thema dat vaak opduikt in zijn columns, is de geleidelijke islamisering van Nederland: “Ik ben uit Iran naar Nederland gevlucht, weg van de islam, en nu zit ik weer tussen de iftars en de hoofddoeken en alles wat met die religie te maken heeft. Politieagenten die in uniform meebidden in de moskee, dat is toch vreselijk? En dan die krankzinnige flirt van links met de islam. Vroeger was links tegen iedere vorm van religie en religieuze dwang, maar nu vinden ze de islam geweldig. Waar komt de linkse liefde voor islamisme vandaan? En al die journalisten van de linkse kranten, die pas nog helemaal euforisch werden over de nieuwe machthebbers in Syrië. Het is net als met de zogenaamde Arabische Lente. Allemaal jubelende stukken destijds in de Volkskrant en NRC Handelsblad. Maar die lente was gewoon een verzinsel van links, een soort wensdenken.”
Een van de mooiste stukken in de bundel van Shahbazi vind ik Halsema heeft mij mijn Amsterdam afgepakt over het toelaten van hoofddoek voor boa’s.
“Amsterdam voelde als een paradijs toen ik daar op mijn negentiende als vluchteling terechtkwam. De veilige haven, waar ontheemden en vluchtelingen eeuwenlang een thuis vonden in vrijheid, seculariteit en rechtsstatelijkheid. Daar raakte ik van in extase. Weg van de religieuze dwingelandij, van een overheid en ambtenaren met openlijk religieuze loyaliteit en denkbeelden. Amsterdam werd mijn heimat. Door de geest van Amsterdam heelden mijn verwondingen, bevocht ik de heimwee en werd ik psycholoog en adviseur van ministers in Den Haag. Tijdens het sluiten van mijn huwelijk (niet toevallig op 5 mei) trad burgemeester Cohen op als ambtenaar van de burgerlijke stand. Hij zei: ‘Hiermee verbind jij je voorgoed met Amsterdam.’ Ik werd daarna zelfs vader. We gingen even buiten de stad ruimer wonen, natuurlijk om later zonder de kinderen terug te keren naarmijn Amsterdam, het liberale vrijgevochten en seculiere Amsterdam dat van mij maakte wie ik nu ben. Ik voorspel u dat ze als volgende stap in de Stopera aparte loketten en ruimtes zullen aanwijzen voor vrouwen. Precies zoals Ahmed Marcouch in 2008 als stadsdeelvoorzitter in Slotervaart van plan was voor de lokale bibliotheek. Een overheidsambtenaar met geweldsbevoegdheid en islamitisch-religieus symbool associeer ik met rechteloosheid, openbare lijfstraffen en opgeknoopte homoseksuelen en andersdenkenden op pleinen. Er is geen haar op mijn hoofd die eraan denkt om in een stad te gaan wonen waar ik door de religieuze politie ergens op zou kunnen worden aangesproken. Halsema heeft mijn Amsterdam, mijn veilige Mokum, van mij afgepakt.”
Ik herinner me nog heel goed de rel rond Shahbazi in het weekeinde van 17 en 18 augustus 2019. Hij was toen - net als ik - nog columnist bij de Volkskrant. Ik genoot van zijn felle polemieken, waarin de islamcriticus nog veel verder ging dan ik. In Shahbazi’s column met als titel Ze roepen net geen Allah-o-Akbar, maar wie weet, misschien komt dat nog ging Shahbazi heerlijk te keer tegen linksig-romantische fellow travellers zoals Michel Foucault, Carolien Roelants, de grijze eminentie van NRC Handelsblad, en Peyman Jafari, boegbeeld van de Internationale Socialisten, een trotskistische groepering die bekend staat als de belangrijkste organisatie binnen socialistisch extreemlinks. Over zijn gedrag tijdens een extreemlinkse bijeenkomst op 22 maart 2007 schreef NRC: ‘Jafari liet zijn Iraanse paspoort zien. “Ik ben niet loyaal aan Nederland”, zei hij.’ ‘Deze fellow travellers voeren in een meelijwekkend reactionaire gedaante het woord voor de islamisten’, aldus Shahbazi.
In mijn Volkskrant-columns schreef ik net als Shahbazi regelmatig over het monsterverbond tussen islamofascisten, feministen, mohammedanenknuffelaars en antifa’s, met hotemetoten als Sylvana, Anja Meulenbelt, professor Wekker, Abou Jahjah, Sunny Bergman, Greetje Duisenberg, de olieworstelaars van DENK, Peter Breedveld, Jerry Luther King en volidioot Joke Kaviaar, die samen tegen toxic masculinity en zionisme stonden te brullen onder Hamas-vlaggen (met behoud van uitkering).
Hier twee hoogtepunten uit Shahbazi’s vlijmscherpe column over de fellow-travellers van het islamofascisme:
Ere wie ere toekomt. De geestelijke vader van dit gedachtegoed is de Franse filosoof Michel Foucault. Gefascineerd door de Iraanse revolutie, pleitte het linkse intellectuele kopstuk in 1978 voor meer respect voor het islamisme door het Westen. Want, in ‘de spirituele politiek’ van de ayatollahs, schreef hij, waren de vrijheden gegarandeerd ‘mits niet schadelijk’, de rechten van minderheden gerespecteerd ‘mits niet kwetsend voor de meerderheid’, en waren mannen en vrouwen ‘niet ongelijk maar slechts verschillend’. Foucault, actieve beoefenaar van het homoseksuele sadomasochisme, stierf in 1984 aan de gevolgen van aids. Hij heeft de beelden van de Iraanse homoseksuelen bungelend aan de galg op drukke pleinen gezien. Hij heeft het verzet van Iraanse vrouwen tegen de opgelegde rechteloosheid, het vervolgen van minderheden, het systematisch uitroeien van de critici en andersdenkenden meegemaakt. Hij heeft over de massagraven gehoord (Amnesty heeft inmiddels 120 plaatsen aangewezen). Hij heeft waargenomen dat het antisemitisme het officiële buitenlandbeleid van zijn ayatollahs werd.
En:
Zo nemen deze fellow travellers ook de woordvoering voor de ayatollahs op zich. Neem ene Peyman Jafari, ‘prominent lid’ van Internationale Socialisten (een extreem-linkse Trotskistische groepering die Hamas en Hezbollah steunt en in haar pro-Palestijnse standpunten ‘behoorlijk antisemitische termen’ gebruikt, zo concludeert een wetenschappelijke studie in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken). Jafari laat zich in de Nederlandse media Iran-expert noemen. In 2017 trekt hij de rol van dat regime bij de liquidatie van de twee politieke vluchtelingen in Almere en Den Haag in twijfel. Recentelijk gaf hij nog een kolderieke waarschuwing dat de huidige Amerikaanse sancties tegen de ayatollahs tot een militaire dictatuur kunnen leiden! Of neem Carolien Roelants, de Midden-Oosten ‘expert’ van NRC Handelsblad – misschien wel de meest linkse krant van Nederland– die altijd klaarstaat voor een negatief oordeel over Israël. Ze verkondigt op 21 juni de apekool dat ‘Iran geen theocratische dictatuur is’, en op 15 juli schrijft ze dat ‘het land kapot wordt gemaakt omdat het zich niet onderwerpt aan het dictaat van Amerika’. Oorzaak van alle ellende zijn niet de ayatollahs, zoals het overgrote deel van Iraniërs hen verwijt, het is de schuld van Amerika, precies zoals de ayatollahs zelf beweren. Welgevallige meningen; te merken aan een recente tweet van de Haagse ambassade van de islamitische republiek met Roelants, gezellig zittend naast de ambassadeur.
Prima column natuurlijk, maar daar dacht hoofdredacteur Philippe Remarque heel anders over, want hij plaatste een disclaimer pontificaal boven de polemiek van Shahbazi. Een unicum in de Nederlandse journalistiek.
Remarque: De vrijheid van de columnist is een groot goed bij de Volkskrant. Scherpe formuleringen horen bij opiniecolumns. Maar de redactie trekt de grens bij persoonlijke aanvallen die aan smaad grenzen. Helaas hebben wij afgelopen weekeinde online een column geplaatst waarin journaliste Carolien Roelants van NRC Handelsblad en Iran-deskundige Peyman Jafari van de Universiteit van Amsterdam door columnist Keyvan Shahbazi in verband worden gebracht met antisemitisme. De column wekt ook de suggestie dat zij een verlengstuk zijn van de ayatollahs in Teheran. De tekst had in deze vorm niet geplaatst moeten worden, omdat deze ongefundeerde beschuldigingen over bovengenoemde grens gaan. Wij bieden onze excuses aan aan Carolien Roelants en Peyman Jafari.
Vervolgens kreeg Shahbazi de volle laag in zijn eigen krant. Alle pijlen op Keyvan! Neem deze “opinie” van Michiel Leezenberg en Michiel Baas, getiteld: Smakelijk hapje over ‘fellowtravellers’ is bedorven waar.
De twee schrijven: Het opiniestuk van Keyvan Shahbazi, dat de staf breekt over vermeende ‘linksig-romantische fellowtravellers van het islamisme’, gaat er blijkens het aantal clicks bij veel Volkskrantlezers in als Gods woord in een ouderling. Helaas blijkt dit smakelijke hapje bij nader proeven nogal bedorven geestelijke waar: het is een aaneenrijging van ad hominems, ongefundeerde insinuaties en regelrechte leugens.
Hier kunt u meer lezen over Leezenberg, die recentelijk de onverdachte wetenschapper Maarten Boudry probeerde te cancelen door hem als islamofoob af te serveren. En alweer in de Volkskrant.
Shahbazi stapte terecht op en werd een zeer goed gelezen columnist bij de Telegraaf. Zijn beste columns uit die krant maar ook uit de Volkskrant plus nooit eerder gepubliceerde essays staan in de bundel De Prijs van Vrijheid, die donderdag 10 april verschijnt bij Ezo Wolf.
In het boek, met voorwoord van Afshin Ellian, kijkt Shahbazi terug op de rel: “Dat mijn beste column ook de laatste voor de Volkskrant zou worden, wist ik niet toen ik het had ingeleverd. Vier jaar later, in 2023 werd mij tijdens een podcast van de vereniging De Vrije Gedachte gevraagd waarom ik in 2019 plotseling stopte met mijn columns voor de Volkskrant. De reden was, heb ik verteld, dat de toenmalige hoofdredacteur mij door twee reaguurders in mijn eigen krant voor homofoob liet uitmaken. Zij vonden mij een homofoob omdat ik mij in mijn column had afgevraagd waarom de filosoof Michel Foucault, zelf homoseksueel, met ayatollah Khomeini sympathiseerde terwijl de homoseksuelen in Teheran aan de galg hingen. Begrijpt u de logica? Ik ook niet, maar de toenmalige hoofdredacteur blijkbaar wel. Toen een van de meest gerenommeerde hoogleraren van Nederland het in een opiniestuk voor mij opnam, vond deze hoofdredacteur het nodig om ook hem in de krant te schofferen en zijn persoonlijke mening over mijn column in te peperen. Enfin, ik bedankte direct voor de eer nadat de arme man met trillende stem mij belde om te vertellen dat hij in een banner boven mijn column zijn excuses ging aanbieden: ‘Er wordt gereageerd op je column, onze buitenlandredacteur zegt ook dat ik wat moet doen.’
Welnu, toen de podcast online kwam, ontving De Vrije Gedachte via de mail prompt een bezwaarschrift ondertekend door ene R. Vreeken, die beweerde de buitenlandredacteur te zijn van de Volkskrant. Een vriend stuurde mij ook kopieën van een overleg in een facebookgroep uit 2019 over mijn persoon waarbij deze Vreeken aan zijn vrienden, onder wie de eerder genoemde “Irandeskundige”, beloofde tegen mij in actie te komen. Die boosaardige campagne was blijkbaar al in 2019 begonnen. De column die zo lang zo veel valsheid oproept had ik dat jaar, zes weken voor publicatie, in tweevoud (één met en één zonder namen) naar de krant gestuurd. De krant koos voor de versie met de namen. Later bood de nieuwe hoofdredacteur zijn excuses aan voor het gedrag van zijn voorganger en vroeg mij om terug te keren. Maar inmiddels was ik al door De Telegraaf benaderd met het verzoek om voor ‘de echte volkskrant’ te schrijven.”
Shahbazi, in 2024 tot Vrijdenker van het Jaar uitgeroepen, kan er nog steeds boos om worden: “Persoonlijke aanvallen? Smaad? Het waren letterlijke opsommingen van aantoonbare feiten. De linkjes staan nog altijd in de digitale versie onder mijn beweringen. Lees jij tegenwoordig die krant nog weleens? De stercolumnist van aderlijk geslacht die in zijn stukken alleen zijn privévetes met anderen uitvecht met naam en toenaam. Of de stercolumniste die het publiek oproept om onder de vlag van Hammas de treinstations te gaan bezetten. Nee, hun probleem was mijn islamkritiek. Dat mocht niet. De rest was verzinsel. Bij de Volkskrant werd over mij altijd een beetje meewarig gedaan als islamcriticus. Zo van: jij bent destijds gemarteld en gevlucht voor een islamitisch terreurregime en daardoor getraumatiseerd. Wellicht ben je daarom niet de aangewezen persoon om over de islam en over Iran te schrijven. Brave borsten die niets hebben meegemaakt in hun leven - het soort dat getraumatiseerd raakt wanneer hun hond van ouderdom overlijdt - noemen mij dan een getraumatiseerde vluchteling. Het is heel paternalistisch. Het is gewoon zielig omdat ze hun eigen angst - bijvoorbeeld voor de islam - op die manier rationaliseren. En mij dan rechts noemen omdat ik kritiek op de islam heb. Ik schreef in mijn columns voor de Volkskrant veel over de positie van Iraanse vrouwen, over de verplichte hoofddoek en het feit dat vrouwen van kinds af aan leren dat ze zich voor hun eigen lichaam moeten schamen, en dat ze zich voor hun haar moeten schamen, en klein worden gehouden, en onderdrukt worden. En dan kwamen er tegenstukken van bijvoorbeeld Thomas von der Dunk, die schreef: ‘Alsof korte rokken en gelakte nagels zo'n teken van emancipatie zijn.’. Maar ja, die schreef ook: ‘Waarom mag Iran geen nucleair programma uitvoeren en Israël wel?’
Ik heb heel veel respect voor mensen die eerlijk zeggen: ik durf gewoon geen openlijke kritiek op de islam te geven want dat is te gevaarlijk. Voor die mensen heb ik heel veel respect.
Ik blijf het raar verschijnsel vinden dat als jij islamkritisch bent, je dan rechts bent.”
De Prijs van Vrijheid wordt zeer toepasselijk afgesloten met de laudatio van Floris van den Berg, voorzitter van de humanistisch atheïstische vereniging De Vrije Gedachte, uitgesproken toen Shahbazi tot Vrijdenker van het Jaar werd gekroond.
“Als onvermoeibaar voorvechter van de vrijheid, zet jij je met hart en ziel in tegen theocratische onderdrukking, voor de rechten van het individu, en voor een seculiere en vrije samenleving. Je geeft een stem aan de talloze slachtoffers van islamitisch terreur in Iran, een terreur waar jijzelf uit persoonlijke ervaring mee bekend bent. Door jouw vlucht voor het Iraanse regime heb je het vrije woord in Europa omarmd, en in jouw werk blijf je de onderdrukking in Iran aan de kaak stellen. In jouw columns, waaronder die voor De Telegraaf, leg je zonder compromis de hypocrisie bloot van hen die het Iraanse regime goedpraten, een regime dat systematisch de rechten van vrouwen, homoseksuelen en andersdenkenden vertrapt. Jij weigert te zwijgen over de brute repressie en de religieuze dictatuur die Iran in zijn greep houdt. In een wereld waarin velen terugschrikken voor islamkritiek, durf jij met helderheid en kracht te spreken, en jouw stem is zowel bewonderenswaardig als noodzakelijk.”
Dit interview stond eerder op HP/De Tijd
ere wie ere toekomt; de dapperste Nederlander is een Iraniër
Blijkbaar vindt extreem links dat met Islam de Marxistische heilstaat eindelijk binnen bereik komt.