Het Boekenbal: nog opwindender dan Tofik Dibi, Aaf, zaaddodende pasta en de vastenmaand ramadan.
Alleen al de naam is zaaddodend: Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek. En dan heb ik het nog niet eens over de thema’s van die Boekenweek die de CPNB jaarlijks bedenkt. Het valt mee dat die roomblanke droogstoppels nog niet met de islam als boekenweekthema zijn komen aankakken. In dat geval heb ik dan wel een leuke slogan voor ze, gratis en voor niks: ‘Ik Heb Al een Boek!’, en dat is dan natuurlijk de Heilige Qur’aan, die alle andere boeken overbodig maakt.
Ik ben bij ontelbaar veel mohammedanen thuis geweest, over de hele wereld, en vaak staat er in de woonkamer op een soort standaard een goedkope kopie van de Koran opengeklapt. Meestal is die ongelezen.
Vroeger maakten wij protestanten grapjes over de ongeletterde katholieken, maar inmiddels zijn de toffelemonen qua onbelezenheid ingehaald door de moslims.
Ik weet trouwens al een leuke presentatrice voor de dagelijkse NPO-talkshow voor de Boekenweek 2026 waarin de islam en de koran centraal staan: Nadia Moussaid! Haar programma Villa Nadia, een veredelde iftar in een studio, is geweldig! Gisteren was Tofik Dibi te gast- die tegenwoordig een replica is van Gordon, maar dan stijf van de poppers en de coke - en die mocht samen met Nadia Bouras helemaal leeglopen over Nederland. Ik dacht dat Nederland een van de meest antisemitische landen ter wereld is, maar volgens dat kreng van een Dibi is zijn gastland juist een van de meest islamofobe landen wereldwijd. De moslimjacht is in volle gang, aldus Dibi, en nog even en de treinen en veewagons denderen weer oostwaarts!
Het Parool:
Dibi spreekt van een soort liefdesverdriet, toen hij de afgelopen tijd afscheid moest nemen van zijn ideaalbeeld van Nederland. “De mooie waarden bleken niks te betekenen nu het over Palestijnen gaat.” Net als Bouras voelde hij zich aangetast in zijn waardigheid, maar – wederom net als Bouras – wil hij zich blijven roeren in het publieke debat, uit intrinsieke liefde en waardering voor het leven hier. “Dat is waarom we proberen een beetje terug te vechten. Mensen zeggen soms: dan rot je toch op als het je hier niet bevalt? Nee nee, juist omdát het me hier zo bevalt, probeer ik me te bemoeien met hoe het hier gaat.”
Het laatste waar ik bij bij Tofik Dibi, Nadia Moussaid en Nadia Bouras aan denk, is seks en dat is maar goed ook want gedurende de hele maand ramadan moet je aan overdag aan onthouding doen. Na de iftar mag het wel, maar dan zit je zo propvol dat je dan liever effekes gaat uitbuiken. Dat gevoel van totale desafrodisatie heb ik dus krek eender bij de CPNB en de boekenweek maar ik had het deze week ook bij de tiendelige serie American Playboy. The Hugh Hefner Story die net op Amazon Prime staat en die ik in één ruk uitkeek (no pun intended).
In de Algarve komt alles tien jaar later en bovendien is de zondvloed hier uitgebroken, dus ben ik aan Villa Vischlugt gekluisterd. Zodra ik naar buiten loop, sta ik tot mijn knieën in de modder. Thuisbuizen dus, met een kom dampende erwtensoep op schoot en bij een laaiende open haard.
Het laatste dat ik mij van Hef herinner is die “reality show” (proest) waarin hij als een totaalmalloot in een karmozijnkleurige ochtendjas door zijn mansion strompelt, steevast ondersteund door een paar opgeblazen konijntjes. De 10-delige serie is nogal hagiografisch van karakter en Hefner wordt neergezet als een soort verlosser die in de jaren zestig en zeventig met zijn blaadje een lans brak voor de seksuele vrijheid en voor de vrijheid van meningsuiting. Nou komen er nogal wat namen van oude helden van mij voorbij - veel geweldige Amerikaanse schrijvers die enorme lappen van tekst voor Playboy mochten schrijven - maar het gedoe met die tieten is wel zó gedateerd dat ik op een gegeven moment in slaap viel tijdens het zien van de serie. Net zo geil dus als Villa Nadia.
In 1982 kwam de eerste Nederlandse Playboy-editie uit en dat ging gepaard met veel ketelmuziek. Ik was vierentwintig en reeds gepokt en gemazeld in het pornogebeuren en ik zat dus niet te wachten op geretoucheerde billen en tieten, die ook nog eens waren gefotografeerd door lenzen waarop klonters vaseline waren gesmeerd, al moet er op de toiletten van menig assurantiekantoor diep in de provincie flink gehandkard zijn op Viola Holt als pinup van de maand.
Al in 1977 viel ik in de bios in slaap bij het zien van Bilitis van David Hamilton: ik bedoel maar. Mijn artistieke belangstelling voor pornografie was toen al 5 jaar op een hoogtepunt. Bilitis is de filmadaptatie van Les Chansons de Bilitis (1894), de bekendste dichtbundel van de volstrekt onbekende Pierre Louÿs. Het in het oude Griekenland gesitueerde verhaal werd overgebracht naar de jaren zeventig van de twintigste eeuw en vieze man Hamilton laat allerlei broodmagere meisjes met piepkleine tietjes nakend door de natuur dwarrelen. Ik raak sowieso niet opgewonden van lesbische natuurfilms, maar bij het zien van Bilitis dacht ik: hou toch eens op met dat gefriemel aan elkaars uitgemergelde lijfjes en pak een courgette, komkommer of voor mij part een bos schorseneren en ga toch lekker proppen, meiden! Zo laf en saai was die kutfilm en ik moet nu nog braken als ik naar de soundtrack van Francis Lai luister. Die is helemáál ruk (pun intended).
Ik heb nog steeds geen idee of er een rode draad in de film zit, maar Wikipedia brengt opheldering:
Bilitis, een 17-jarig pensionaatsmeisje, is verliefd op de fotograaf Lucas. Ze brengt de zomervakantie bij haar gehuwde vriendin Melissa door. Ze merkt dat diens echtgenoot Pierre een gewelddadig karakter heeft en Melissa tot seks dwingt. Ze heeft een kortstondige lesbische relatie met Melissa.
Er zijn mensen die in 1977 in de bioscoop zaten te fappen op deze kleuterfilm, terwijl je in het Arnhemse Spijkerkwartier voor vijf pietermannen de meest gore porno kon zien in ranzige bioscoopjes of in naar geronnen zaad meurende houten hokken. Ik heb dit van horen zeggen uiteraard, maar ik moet de lezer wel bekennen dat ik als heftige puber op vrijdagavond om 11 uur naar de erotische voorstelling in bioscoop Buitenlust ging. Die films - denk aan Tiroler flauwekul en aan de pseudo-pedagogische rommel van Oswalt Kolle - waren voor boven de 18, maar ik kende de gast die de kaartjes scheurde. In de bios zaten hoofdzakelijke eenzame Turkse gastarbeiders die bij het slachthuis van Stroomberg werkten (ik heb daar jaren later ook nog varkensdarmen staan schoonspuiten) of bij de stinkfabriek van ENKA, waar ik ook nog in de ploegendienst van de wolspinnerij heb staan zwoegen. Op de gifgrond van de ENKA staat nu de hipste woonwijk van Nederland - aldus het Parool - en ik heb er laatst even rondgelopen en ik wilde nog meer dood dan tijdens mijn puberteit. Zelden zag ik zo’n Lebensborn-project van walgelijke blanke GroenLinks-gezinnetjes die vermoedelijk uit 020 waren gevlucht om redenen die ze niet aan de grote klok durven te hangen omdat ze dan als fascist worden afgeserveerd.
In het filmhuis in Wageningen keek ik toen ik klaar was met die platte viezigheid in bioscoop Buitenlust erotische films van Alain Robbe-Grillet, de meester van de nouveau roman die u natuurlijk kent van zijn meesterwerk La Jalousie uit 1957. En daarmee kom ik bij de punchline van mijn essayette: rukken is natuurlijk nóg leuker dan lezen, maar mijn grote held Robbe-Grillet slaagde erin om die twee geneugten te combineren. Kijk maar naar Glissements progressifs du plaisir. Dat moest het CPNB eens doen: een hommage brengen aan Robbe-Grillet. Gewoon deze film draaien voordat het boekenbal begint: intellectueel, best een beetje geil, Anicee Alvina speelt mee (dat haar herinnering tot een zegen mag zijn en de film ruikt naar literatuur, en dus alles wat de boekenweek en de ramadan en Villa Nadia niet zijn.
P.s. En wie denkt dat het Boekenbal een geile bende is en een grote schaamteloze paringsdans, moet effe naar deze kiekjes kijken. Absoluut zaaddodend!
Dit polemiekje stond afgelopen week op HP/De Tijd.
Koopt die krant!
Vintage Tuur. En o zo raak.
De beste maniier om daar nooit naar toe te hoeven, geen boek schrijven. Waarom zou je ook, als Tofik het toch niet leest.