Het beste interview ooit!
Welk boek wil je voor je dood nog schrijven? Een ironisch boek over de mislukkingen van mijn leven.
Het fenomeen Hanny Roskamp interviewde mij zeer uitgebreid voor De Tuur, de glossy die mijn uitgever Otto uitbracht op mijn 65ste verjaardag. Ze ging tot het gaatje, om het maar even plat uit te drukken, en Hanny fileerde mijn ziel. Het is het beste interview met mij ooit, met het drie uur durende Marathon-interview bij de VPRO als goede goede tweede en het interview door GS vorige week als derde.
De foto is van Matty Wijnbergen
1. Zijn er vragen die je niet wilt beantwoorden?
Over mijn seksleven. Seks is zó jaren negentig. Los van het feit dat ik geloof in huwelijkse trouw is er in de Algarve geen enkele prikkel, geen lekkere wijven. De Portugese vrouwen zijn lelijk en de Nederlandse vrouwen hier hebben een kortpittig kapsel en lopen op crocs.
2. Wat voor kind was je?
Ik had alles tegen. Sproeten, rood haar, klein en broodmager. Dat vormt je, dat is klassiek. Ik werd altijd als laatste uitgekozen bij sport. Had Benetton toen bestaan,
met die campagnes, dan was ik misschien een topmodel geweest. Ik had wel een raar bloempotkapsel, maar achteraf gezien was ik een mooi jongetje. Maar op de Veluwe is het natuurlijk een ander verhaal. Zo’n uiterlijk is dodelijk voor je coming of age.
3. Hoe ben je van die onzekerheid afgekomen?
Hard vechten om gezien te worden. Het was de reden dat ik alles deed om grappig te worden. Ik leerde de moppenboeken van Max Tailleur uit mijn hoofd en werd de joker van het schoolplein. Toen ik veertien of vijftien was, kreeg ik verkering met een meisje dat zei dat ik mooi was en toen was de pijn over. Daar was maar één meisje voor nodig. Ja, ik kan de knop goed omzetten.
Ik heb een vreselijke jeugd gehad door de Veluwe en wat er thuis speelde, maar ik ben er niet gefrustreerd over. Nou ja, ik heb natuurlijk wel 20 jaar aan de heroïne
gezeten…
4. Je ouders waren ook nog van de zwartekousenkerk…
Dat geloof hielp niet mee. Geen tv. Bang gemaakt voor de dood, begrippen als de hemel en de hel. Niet leuk. Het heeft me een scherp bewustzijn gegeven.
5. Wat was erger? Die strengheid of de saaiheid van Ede?
Mijn ex Olivia ging met haar vader naar John Lennon en Yoko Ono. Het was de tijd van de provo’s en ik zat in Ede. In Ede had je helemaal niks, alleen de natuur, een paar kazernes en bejaardentehuizen en inrichtingen in de bossen. Ik had zo’n hekel aan Ede, maar die verveling hebben pubers overal. Ook in Zoetermeer, Drachten of Zwolle. Als je veertien bent, wil je gewoon neuken, roken en drinken. Die lange zomers in Ede, die waren erg.
Die verveling als je door een leeg dorp loopt. Daar komt die rusteloosheid en nieuwsgierigheid vandaan. Als er in Nieuw Zeeland een vulkaan uitbarst op White Island waarbij vijf doden zijn gevallen, ga ik meteen online kijken hoe het nachtleven daar is, hoeveel de boot kost naar dat eiland, hoe de criminaliteit daar is en de drugs.
Daarom ben ik journalist geworden. Saaiheid was altijd mijn schrikbeeld. Daarmee schermde ik als mensen vroegen waarom ik al die rare dingen deed. Maar het is ook gewoon innerlijke onrust. Nu vind ik saaiheid het mooiste wat er is, lekker overzichtelijk zoals hier in de Algarve. De zon komt op en gaat onder en je hebt eb en
vloed.
6. Het schijnt dat je ook een zus hebt…
Mijn zus is drie jaar jonger, oerdegelijk, christelijk. Zij bidt nog steeds voor mij, al heeft dat niet geholpen. Zij heeft onze jeugd anders ervaren dan ik. Zij kreeg wel veel aandacht van mijn vader. Ze heeft zes kinderen en werkte bij een bank en in de autobandenhandel. Ze spaarde al toen ze tien was. Als ik geld nodig had voor de snackbar, plunderde ik haar spaarvarken. Als ik haar zie is het goed, een warme band, maar ik zie haar veel te weinig. Net als mijn broer Willem.
7. Wanneer werd jij hip?
In de puberteit liet ik lang haar groeien. Mijn moeder waste mijn haar altijd, dat was wel een beetje homo. En als ik een puistje had, ging ik niet naar school. In de soultijd droeg ik wijde pijpen, die waren in de mode, zeker bij de Molukkers waar ik toen veel mee omging, de soulkikkers. Dat waren de tegenhangers van de boeren in Ede met hun brommers.
8. Geeft het voldoening dat ‘zij’ nu klein zijn en jij groot?
Rancuneus ben ik niet, maar ik ga nooit naar schoolreünies. Ik ga dood als ik de meisjes zie waar ik toen verliefd op was. Dat zijn nu uitgezakte, oude hobbezakken. En als je ziet wat er terecht is gekomen van de jongens die toen lange wapperende haren hadden en waar de meisjes allemaal verliefd op waren…
9. Was er indertijd psychisch ook iets met je aan de hand?
Ik moest naar kinderpsychiaters in Arnhem die vonden dat ik veel moest rennen want ik had minimal brain damage. Dat heet tegenwoordig ADHD. Later ben ik getest in Maastricht bij een psychiater die vond dat ADHD niet bestond. Ik denk dat ik erg creatief was en dat ik daar geen uitlaatklep voor had. Al stimuleerden mijn oudersme om alles te leren wat ik maar wilde: blokfluit spelen, orgelles, ponyles, judo. Met judo moest ik mezelf leren verdedigen als ik in elkaar werd geslagen, maar ik heb nooit een zwarte of groene band gehaald. Geen enkele band eigenlijk. Ze had me beter een zakmes kunnen geven, of op kickboksen kunnen doen.
10. Ligt daarin de bron van je verslavingen aan eten, seks, gokken,
heroïne, drank?
Ik las in een wetenschappelijk artikel dat het gaat om één stofje in je hoofd. Je kunt uitzoeken wat je wilt, maar je hebt gewoon teveel of te weinig van dat stofje.
11. Waarom heroïne?
Omdat ik het supercool vond. De Molukkers waarmee ik omging, Billie Holiday, Hunter S. Thompson. Chet Baker en William Burroughs. Ze zeggen dat je met heroïne volledig tevreden bent. Je hebt niets meer nodig, geen eten, drinken of seks, je kijkt naar je schoenen en je bent intens gelukkig. Natuurlijk is het een surrogaat, surrogaatwarmte. Mijn ex vond dat ik er te luchtig over deed. Dat ik alles weglachte, afdeed met een gebbetje. Dat verwijt heb ik serieus genomen, maar ik doe het nog steeds.
12. Als jij een dier zou zijn, welk dier?
Martin van Amerongen noemde me eens een eenzame wolf. Daar zit wat in. Altijd bezig om de omgeving te observeren omdat het moeilijk is in je eentje een prooite vinden. Verstoten door de roedel. Dat vond ik een compliment, hoewel het door hem misschien niet zo bedoeld was.
13. Waar zat de grootste pijn in je jeugd?
Eenzaamheid, denk ik. Mijn ouders waren liefdevol maar hadden de handen vol aan hun eigen problemen, ze konden geen aandacht geven. Ik had hondje Blackie. Met Blackie ging ik wandelen op de Ginkelse Heide.
14. Wat zou er in het boek ‘Help mijn broer gaat dood’ staan?
(stilte) … Er zitten nog allerlei onbewuste dingen waar ik iets mee zou kunnen… maar ik heb er al zo vaak over geschreven. De dood van mijn broertje is een breekpunt in mijn leven geweest. Ik was veertien, hij was negen. Ik zat op de MAVO, mijn vader was altijd aan het werk bij de Kema, mijn moeder zat in een inrichting. De artsen hadden hem opgegeven. Dan zie je de wanhoop bij je ouders. Dat je kind doodgaat is het ergste wat er is. Toen kwam de valse hoop, dokter Moerman en die homeopathische troep van Alfred Vogel. Het eindeloze ziekbed, vijf jaar lang, de lijdensweg van mijn broertje. Het besef dat alles zomaar voorbij kan zijn.
15. Waar was je toen hij overleed?
Door de meester Duits werd ik voor de klas gehaald, heel plechtig, om te zeggen dat mijn broertje was overleden. De hele klas keek naar mij, de meester begon te snikken. Een vreselijk pijnlijk moment, terwijl ik toen altijd al de pineut was. Ik had weinig empathie met mijn ouders. Ik zat in de puberteit en betrok alles op mezelf. Ik kreeg geen aandacht, niet de liefde en warmte die ik nodig had. Ik ging in mijn eigen bubbel leven. Zo ben ik die lone wolf geworden, denk ik.
16. Ben je nog steeds die lone wolf?
Ik ben de eeuwige immigrant, de outsider, die leeft als een fly on the wall. Door die houding kan ik me snel aanpassen. Ik zie niet in waarom mensen ergens graag bij willen horen. Zoals Groucho Marx, die een bericht stuurde naar een Hollywoodclub waarvan hij net lid was geworden: ‘Please accept my resignation. I don’t want to belong to any club that accepts me as a member.’
17. Maar je brengt mensen ook graag bij elkaar, waarom is dat?
Ik ken erg veel mensen. Maar als die mensen bij elkaar komen op een feest ben ik toch verlegen. Daarom vind ik het prettig om mensen aan elkaar te koppelen. Ik zorg
voor de cohesie. Dan kan ikzelf weer naar de achtergrond verdwijnen. Dat gaat terug naar dat jongetje met het rode haar, dat nergens bij hoort. Ik speel de hofnar, wat Theo van Gogh of Woody Allen ook deden.
18. Waarom zat je moeder in een inrichting?
Ik denk een postnatale depressie, dat begon na mijn geboorte en na de andere zwangerschappen. Ze was slim, onderwijzeres. Ze was gaan studeren tegen de zin van haar broers, die wilden dat ze huisvrouw werd. Toen trouwde ze met een man die had gestudeerd, wat ook verkeerd viel bij haar broers. Die broers hebben haar iedere keer laten opnemen.
19. Hoe was het dat je moeder er niet voor je kon zijn?
De afwezige moeder is een ramp, zeker als je een moederskindje bent, zoals ik. Ik heb me er psychologisch nooit in verdiept, maar dan blijf je zoeken naar een moeder. Ik was ook nog eens een couveusebaby en mijn moeder had een loodzware bevalling. De gynaecoloog zei tegen mijn moeder: jij gaat dood of je kind gaat dood. Ik denk dat je als foetus iets meekrijgt van die strijd. En in een couveuse liggen, zeker in 1959, heeft ook impact gehad. Maar we hebben het samen overleefd. Dat schiep een sterke band, zij en ik tegen de wereld.
20. Op wie lijk je het meest, je vader of je moeder?
Van mijn vader heb ik de hersens, het analytische vermogen maar van mijn moeder heb ik de persoonlijkheid. Mijn moeder hielp altijd mensen. Werken in het asiel, eten brengen naar de eerste generatie Turkse gastarbeiders en ze de bijbel voorlezen. Maar daar hadden ze helemaal geen interesse voor, die zaten alleen maar te drinken en te roken. Ze had een goed hart en was ontzettend populair. Er waren 1000 man op haar begrafenis. Een enorme persoonlijkheid met een grote bek.
21. Had je moeder veel verdriet van je drugsgebruik?
Ja, maar ze was ook trots op me. Ze knipte al mijn artikelen uit. Bij de bakker liet ze de krant zien: kijk, mijn zoon staat er weer in. Ze zag mijn verslaving als een ziekte, iets waar ik niets aan kon doen. Ze hielp me door geld te geven. Ze zei nooit dat ik moest stoppen, ook niet met roken of drank, terwijl mijn ouders van de blauwe knoop waren.
22. Was humor een manier om je ouders op te vrolijken?
Er was zoveel ellende, dan kun je alleen maar grappig zijn, tegen wil en dank. Ik lach om niet te hoeven huilen. Dat zie je ook bij de Joden. Daarom is mijn humor gitzwart, cynisch. Dat is niet bedacht maar komt van diep. Humor is het middel om te overleven, het enige wapen is alles relativeren. Het besef dat alles vergankelijk is, water onder de brug. Ik ben de hofnar geworden die mocht blijven leven bij de gratie van de koning.
23. Waarom plaag je dikke mensen terwijl je zelf te zwaar bent?
Die humor heeft mijn moeder me met de paplepel ingegoten. Die dorpen op de Veluwe waar ik opgroeide zijn een soort freakshow. Als zij iemand zag met een hazenlip, klompvoet, polio of een waterhoofd maakte ze altijd een opmerking. Oh, kijk, een mongool. En dan wijzen met haar vinger. Ik doe dat ook. Ik vind het jammer dat die mensen in Nederland tegenwoordig niet meer geboren worden. Hier in Portugal zie je ze nog wel.
24. Je weet goed waar bij anderen de zwakke plekken zitten…
Als columnist ben ik vreselijk vals, dat is beroepsmatig. Dat had Komrij ook, en Hermans. Privé waren ze vreselijk lieve mannen. Maar zo’n column is polemiek, je wilt reacties uitlokken. Als je geen reacties krijgt, ben je dood. Ik kwam in Amsterdam in tenten zoals The Queenshead waar van die stokoude varieté-nichten zaten. Omvallen van ouderdom en nog steeds vals. ‘Wat een bijzonder shirt, maar jij kunt het hebben, schat.’ Dat vond ik schitterend.
25. Wat is het beste advies dat je ooit hebt gehad?
Martin van Amerongen zei tegen mij: je moet nooit naar een psychiater gaan, dan verdwijnt je creativiteit. Daar geloof ik wel in. Juist die gekte is mijn meerwaarde. Eigenlijk ben ik net zo saai als mijn vader, maar door die gekte ben ik anders geworden. Dus die koester ik.
26. Wat gaf de doorslag om te stoppen met heroïne?
Dat het voorspelbaar werd, een sleur. In het begin was het nog spannend. Maar na verloop van tijd zag ik in hoe belachelijk het was. Het afkicken, door weer en wind achter geld aan om te scoren, dan gaat de lol er wel vanaf.
27. Ben je kunstenaar of levenskunstenaar?
Mijn moeder had in haar hoofd zitten dat ik later schrijver zou worden. Pas toen ik ging studeren kwam er meer structuur in mijn hoofd, waardoor ik kon schrijven. Ik beheers alle schrijftechnieken, zoals de column, die gezien wordt als het moeilijkste wat er is. Ik vind mezelf geen kunstenaar, ik ben meer een ambachtelijke schrijver. Maar ik ben ook geen echte bohémien, het is dat ik overal heb gewoond van Israël en Paraguay tot Portugal.
28. Een overlevingskunstenaar dan?
Ik fiets overal wel doorheen, ik heb een verslaving overwonnen. Ik wilde altijd aan het strand wonen, in een mooi huis met dieren en een vriendin, en dat heb ik nu. Ik snap helemaal waarom oudere vrouwen in de provincie mij een spannende figuur vinden. Maar nu ik dit zeg, krijg ik ineens zin in crack en een drankje.
29. Had je meer literaire erkenning gewild?
Voor de officiële literaire wereld blijf ik een paria, maar bij het marathoninterview van de VPRO had ik meer luisteraars dan Arnon Grunberg. Ik heb een vaste schare fans. Daar ben ik tevreden mee. Ik hoef me niet meer te bewijzen. En ik heb met Rob Muntz een radioprijs gewonnen voor De Inburgerking. Ik vind het een achterhaalde gedachte, dat je prijzen en recensies van de NRC en De Groene Amsterdammer nodig hebt. Ik wil er toch niet bij horen. Dus recensies maken me niet uit. Toen ik begon, wilde ik dat iedereen me goed zou vinden. Dat vind ik trouwens wél een prestatie, dat ik ongevoelig
voor kritiek ben geworden.
30. Wanneer huilde je voor het laatst?
De laatste keer dat ik heb gehuild was toen ik mijn lievelingshond Jamba moest laten euthanaseren, de benjamin van mijn Paraguayaanse roedel. Een vreselijke beslissing, maar ook liefdevol.
31. Wat betekenen de honden voor je?
Ze hebben mijn leven gered. Toen Paula bij me weg was, zat ik hier alleen met die drie honden. In het begin heb ik ze weleens te lang alleen gelaten, maar nu ben ik nooit langer dan drie of vier uur weg. Ik moest me aanpassen. Door die honden heb ik het verantwoordelijkheidsgevoel gekregen dat ik nooit had. Ik kan het iedereen aanraden: als je geen verantwoordelijkheidsgevoel hebt, neem honden. Je moet onvoorwaardelijk van ze houden, ze houden ook onvoorwaardelijk van jou.
32. En als je laatste hond doodgaat?
Dan komt er weer een nieuwe hond. Ik maak me er niet druk over of ze mij overleven. Dan hebben de honden Carrie nog.
33. Eet je ook dieren?
Ik zou graag vegetariër willen zijn maar ik ben gewoon dol op vlees en het leven is al saai genoeg.
34. Wat was het gelukkigste moment van je leven?
Verliefd zijn was wel het hoogste.
35. Kon dat op tegen heroïne?
Ja, dat is toch wel wat anders dan in je eentje ergens op een plee zitten chinezen.
36. Waren er grote liefdes?
De vrouw waar ik achttien jaar mee samen was. En de vrouw erna. En Paula natuurlijk, waar mijn boek Mambo Jambo over gaat. We waren allebei Schorpioen. Zij 3 november, ik 4. Dat klikte meteen. Ik geloof niet in astrologie, maar wel in Schorpioenen. Dat kan ik gaan romantiseren, maar bij nummer vier, Carrie, ben ik thuisgekomen. Toen ik alleen in Portugal woonde was het een zooitje. Zij maakt van het huis een paleis, dingen waar ik blij van wordt. En ze is goed met de honden. Ik ben oud en wijs genoeg om de stabiliteit die ik met Carrie heb te koesteren.
37. Wat zoek je in de liefde?
Geborgenheid, zoiets? Rust ook. Ik heb altijd relaties gehad, het is een soort erkenning voor je bestaan.
38. En Edith Mastenbroek? Jullie trouwden kort na jullie ontmoeting…
Ze zit niet in de top vijf. Ze was erg bevlogen in de politiek. Ze geloofde echt in de goede zaak, Ik heb haar begintijd in het Europse Parlement meegemaakt. Ze was te nerveus en te druk. Ze blowde veel, wat ik vies vind. Je kunt een relatie hebben met iemand die inspirerend is, maar dat wil niet zeggen dat het een ideale partner is. Ik had geen onbeschrijfelijke klik met haar zoals ik met anderen wel had. Daarom heeft het niet lang geduurd. Het was een flitshuwelijk en een flitsscheiding.
39. Heb je ooit een geliefde zodanig gekwetst dat jij er last van
had?
Wat er gebeurde met één ex zit me nog enorm dwars. We zouden IVF gaan doen vanwege mijn trage zaad. Ik kreeg een aanbod als correspondent in Israël en ben toen gegaan. Zij wilde niet mee maar ik zou terugkomen voor het laatste deel van de IVF-behandeling. Dat heb ik laten zitten en gezegd dat ik het wilde verschuiven. Toen was het klaar voor haar. Ik droom nog vaak over haar terwijl het al sinds 1998 uit is.
40. Wilde je toen echt vader worden?
Nee. Maar ik hield van haar en als je 18 jaar samen bent, en iemand wil een kind van je, dan moet je haar tegemoet komen. Maar ik heb absoluut geen kinderwens, ik maak me al zorgen als een van de honden even losloopt. Waarschijnlijk was ik een leuke vader geweest, dat is mij door diverse ex-en ook verteld. Maar baby’s vind ik heel vervelend. Het zal wel een prachtige ervaring zijn, maar je leven is grotendeels verwoest. Mensen met baby’s slapen niet meer en worden ineens oud. En dan de angst om een kind te verliezen…
41. Geen berouw van je zonden?
Wat ik erg vind is dat ik vriendinnen heb bedrogen. Maar waren ze er niet achter gekomen, dan had ik er geen spijt van gehad. In mijn twintiger jaren kon ik het radicaal uitmaken. Toen ik vier jaar samen was met mijn eerste vriendin, werd ik verliefd op een meisje in Devonshire. Ik pakte impulsief de boot in Hoek van Holland om naar haar toe te gaan. Laatst stuurde die vriendin mij een brief, dat ze me een lul vond maar dat ze het ook mooi vond dat ik altijd mijn hart volgde. Dat was een mooi compliment. Maar met die impulsiviteit kon ik mensen enorm kwetsen.
42. Heb je om vergeving gevraagd?
Ik ben niet van de vergeving. Hahaha. Ik heb me wel misdragen, maar ik heb me nooit schuldig gevoeld, dus waarom moet je dan vergeving vragen? Ik ben geen moralist. Ik kan wel sorry zeggen in relationele situaties. Dan koop ik een bos bloemen of een boekenbon. Je weet hoe dat gaat met vrouwen, als je sorry zegt dan is het opgelost, maar dat is meer diplomatiek.
43. Je bent behoorlijk afgevallen de laatste tijd, Ozempic?
Nee, een dieet en de sportschool. Dik zijn is echt afschuwelijk. Je rolt uit je bed, kunt je reet niet afvegen, je veters niet meer strikken. Ik had de laatste jaren altijd klachten. Nu zijn alle klachten weg. Al die pijn komt door het vet dat in je ingewanden gaat zitten. Om me heen zie ik mensen kapot gaan. Leverkanker, longkanker. Dat is een schrikbeeld.
44. Heb je een waarschuwing gehad? Een hartaanval, een tia?
Nee, maar ik had overal pijn en ze konden niets vinden. Dat blijkt achteraf gewoon die obesitas. Ik woog bijna 100 kilo, BMI bijna 32.
45. Wat is je grootste angst?
Kanker, dat zit in de familie. Ik heb er in 2015 een documentaire over gemaakt, Lachen met kanker. Dat gewoon iedereen om me heen doodging aan kanker, mijn vader, moeder, broertje en mijn halve vriendenkring. Als ik me nu gezond voel, lijkt het ver weg, gewoon een ziekte. Angst om dood te gaan heb ik alleen als ik een kater heb. Als je na drie dagen zuipen stopt, krijg je een soort delirium. Dan ben ik bang voor de dood, maar dat is puur het fysieke ongemak. Als ik helder ben, goed slaap, gezond eet en sport, denk ik er helemaal niet aan. Ik zit goed in mijn vel, woon op een ideale plek in een leuk land met Carrie en de hondjes aan zee. Het meeste leed heb ik verwerkt.
46. Had je gedacht dat je de 65 zou halen?
Ho, ho, ho, we zijn er nog niet. Het klinkt heel oud, als je dat zegt, Maar ik heb helemaal niet het gevoel dat ik oud ben, het is meer dat de dochters van Robbie (Muntz) mij een vieze oude boomer noemen.
47. Heb je ooit een midlife-crisis gehad? Het gevoel dat het nu of
nooit moest gebeuren?
Nee, ik denk dat de midlifecrisis een verzinsel is. Dan denk ik aan mannen die een nieuw, jong kippetje hebben en die ineens rare schoenen gaan dragen. In die periode in Zuid-Amerika lag mijn carrière stil. Maar dat was geen midlifecrisis.
48. Voel je je volwassen?
Daar zat ik laatst over na te denken. Wat is dat, volwassen? Ik kreeg vaak te horen – ook van mijn moeder – doe toch eens volwassen. Ik zie best vaak dat mensen van onze leeftijd nog steeds boos zijn op hun ouders. Of dat ze geen contact meer met hun ouders hebben. Get a life, denk ik dan. Volgens mij is het goed de band met je roots te onderhouden, zelfs als je kutouders hebt. Ze horen bij je leven. Als je dat niet oplost en ze gaan dood, dan houd je de rest van je leven een schuldgevoel. Mijn vader schaamde zich voor mij omdat ik rare verhalen schreef over hoeren, drugs en drank. Maar dat boek hebben we gesloten. Zij konden uiteindelijk accepteren wie ik ben en vice versa. In die zin ben ik wél volwassen.
49. Waar haal je nu je kicks uit?
Het gaat nu over evenwicht. Ik heb tien dagen niet gedronken, ik heb net met de honden gewandeld en in zee gezwommen. Ik word blij van die stabiliteit, het afvallen,
de sportschool. Dat ik mijn oude gewicht bijna terug heb, meer dan 20 kilo eraf. Dat eten kreeg iets fatalistisch. Ik wist hoe slecht het was, maar dan kocht ik toch vier repen chocolade, koekjes. Bakkenvol Chinees. Het heeft iets slonzigs, dat ik vervelend vind. Ik moet niet meer met mijn gezondheid spotten.
50. Waarom ben je indertijd Hebreeuws gaan studeren?
Omdat ik de Bijbel in zijn context wilde kunnen lezen. De hel en de hemel komen helemaal niet voor in het oorspronkelijke Oude Testament. Door die studie kon ik afrekenen met de demonen uit mijn jeugd. In Israël, tussen de Israëli’s, hoorde ik er eindelijk bij, ook omdat ik de taal sprak. Daarom ben ik in Jerusalem gaan wonen en ik had achttien jaar een Joodse vriendin.
51. Waar komt die interesse in de islam vandaan?
Ik was altijd al geïnteresseerd in extremen. In de extreme islam, in de joodse ondergrondse in Israël die de moskeeën wilde opblazen en in de Volksunie. Mijn doctoraalscriptie ging al over de jihad. Het is bij mij geen populisme, maar interesse in extremisme. Dat zie je ook bij Hunter S Thompson, die als gonzo-journalist de extremen opzocht.
52. Of was je er gewoon vroeg bij?
Ik signaleer gevaar altijd vroegtijdig, dat heeft te maken met overleven. Mijn geboorte was al een survivalstrijd. Het zijn misschien ook die jaren als junkie. Dan word je streetwise. De straatjunk in mij haalt slechte mensen er snel uit, dat is een tweede natuur geworden. Een paar jaar ervaring in die oorlogsgebieden hielp ook mee.
53. Je wekt de indruk dat je behoorlijk naar rechts bent opgeschoven.
Ik weet niet of ik zo rechts ben. Als je rechts bent, moet je tegen transgenders zijn en dat ben ik niet. Ik ben anti-groenlinks. En ik wil niet voorspelbaar zijn. Bij mij gaat het over de islam. In Brussel zag ik dat de islam gevaarlijk was. Het gesympathiseer van links met hoofddoekjes en vrouwenbesnijdenissen, daar moet ik niks van hebben. Ik ben gewoon een anarcholiberaal. Ik had altijd al pittige en ongenuanceerde standpunten. En ik ben niet woke. Ik doe niet mee aan die sociale constructen.
54. Dus je hebt je niet aangemeld bij Extinction Rebellion?
Dat zijn extremisten, daar komt het volgende gevaar vandaan. Als je iets voor het milieu wilt doen, moet je in je eigen achtertuin beginnen. Ik heb net proppen wc-papier, flesjes, sigarettenpakjes en plastic tasjes geraapt in het natuurgebied hier. Ik ben de enige die met een vuilniszak rondgaat. Het irriteert mij dat in de natuur zoveel troep ligt.
55. Meestal worden mensen met de jaren genuanceerder. Jij
niet?
Nu ik ouder word, merk ik dat ik sentimenteler word. Hoe dichterbij het eind, hoe sneller het gaat. Maar in mijn columns en op twitter doe ik het goed in de rol van boze, blanke buurman. Ik ben vooral tot een boze blanke man gemaakt, door de Sunny Bergmannen en Stella Bergsma’s van deze wereld, terwijl het zelf boze, blanke, postmenopausale vrouwen zijn. Ik vind het type van de boze buurman geweldig. Die rol speelden Jan Blokker en Rudy Kousbroek ook, het is een traditie. Ik sta op de schouders van reuzen.
56. Hoe dicht ligt die boze blanke man bij jezelf?
Ik heb een populistische kant, ik kan me enorm ergeren. Daarom zijn die columns goed, omdat het een deel van mezelf is. De ene keer ben ik de junk die komt met een verhaal over seks, drugs en poep. De andere keer laat ik mijn gevoelige kant zien, met een column over mijn moeder. En dan ben ik weer de boze buurman die zwarte piet verdedigt. Ik geniet er enorm van als mensen woedend worden. Als ik op Twitter iets post waarmee ik iemands dag kan verzieken, vind ik dat geweldig. Op Facebook is een groep over eetbare paddenstoelen. Daar heb ik een foto gepost van een zeldzame, giftige Portugese paddenstoel. Ik had erbij gezet dat ik die had geplukt en door de pasta had gedaan en dat mijn schoonmoeder kwam eten, maar nu ziet ze er een beetjer aar uit. Is deze paddenstoel wel eetbaar?’ Dan gaan mensen helemaal los. ‘Moordenaar! Ik ga de politie bellen!’ Dat vind ik dus leuk, mensen fucken.
57. Je bent er goed in om mensen het gevoel te geven dat ze
speciaal voor je zijn.
Omdat ik empathisch ben. Dat heb ik van mijn moeder. Ik ben echt geïnteresseerd in mensen. Ik kan goed luisteren. Iedereen heeft een verhaal, dat is de journalist in mij. Vroeger zat iemand in de kroeg een uur tegen me aan te lullen en dan zei ik: ‘volgens mij heb je een moedercomplex’. En dan zegt die persoon ‘hoe weet je dat?’ ‘Je hebt net een uur over je moeder geluld.’
58. Wat betekent vriendschap voor je?
Als vrienden mij niet meer willen zien kan ik daar lang over malen. En zelf vriendschappen verbreken vind ik kinderachtig, pathetisch. Vrienden komen en gaan. Ik heb vrienden verloren omdat ze gingen trouwen met kutwijven en kinderen kregen. Als je dan zegt ‘zullen we wat gaan drinken’ dan gaat iemand druk bladeren in zijn agenda en dan heeft ie over drie maanden een gaatje voor een lunchafspraak. Dat zijn geen vrienden.
59. Waar val je op, vriendschappelijk gezien?
Ik vind het belangrijk dat vrienden mij inspireren. Dat ik helemaal blij ben als ik ze ga zien. Zoals met Robbie, als we elkaar zien is het nooit saai.
60. Wat doet het met je om met de leeftijd steeds vaker afscheid
te moeten te nemen?
Het is jammer dat bijna al mijn jeugdvrienden dood zijn, daarmee verlies ik mijn klankbord, mijn referentiekader. Mijn jeugdvriend Ton heeft zich verhangen in zijn favoriete boom, ergens in Castricum. Dat verhangen werkt uiteindelijk beter dan pillen. Of de tak moet breken.... Bipolair, veel dope gebruikt, maar hij was ook vaak vrolijk. Hij had mij nog op de MAVO meegemaakt. Ik had hetprettig gevonden als ik hem nog had gehad, dat iemand je kan vertellen of jij bent veranderd of niet.
61. Ben je een beetje thuis in de esoterie?
Mijn moeder was met de helm geboren, die kon voorspellen en zag dingen heel scherp. Bij ons thuis stonden veel esoterische boeken zoals Waren de goden kosmonauten? van Erich von Däniken. Daarom was ik er ontvankelijk voor. Ik heb handlijnkunde gedaan, I Ching, Het Tibetaanse dodenboek, allerlei mystiek, op zoek naar bevestiging, naar wie ik was. Ik had een bijzondere handlijn en daar ga je je dan aan vastklampen. Of de I Ching zei dat de zwarte ruiter over de groene berg zou komen. Het is allemaal escapisme. Ik ben intensief bezig geweest met zingeving. En als je er niet meer over nadenkt, komt die zin vanzelf. Dat is het goeie aan 65 worden. Er zijn veel kwartjes gevallen.
62. Dus je gelooft niet in een engel op je schouder?
Willem Alfrink was een paragnost, een flikker, familie van Kardinaal Alfrink. Hij woonde in het oude huis van Louis Davids tegenover de Stopera. Adèle Bloemendaal en Leen Jongewaard kwamen ook bij hem voor advies. Bij mij zag hij een oude man, een beschermengel. Het leek mij gewoon een trucje, omdat ie me wilde pijpen. Ik geloof niet in geesten. Straks is het over en sluiten.
63. Wat is het ergste wat je ooit hebt gedaan voor geld?
Mannen afgetrokken bij een pisbak. Maar eigenlijk vind ik dat niet echt erg. Ik heb nooit iemand bestolen of opgelicht. Toen ik verslaafd was, werkte ik altijd via het uitzendbureau. Ik was te lui en te beroerd om te jatten. Ik bleef nog liever drie dagen cold turkey thuis.
64. Welk boek wil je voor je dood nog schrijven?
Een ironisch boek over de mislukkingen van mijn leven. Over de slechte dingen die ik heb gedaan, de mensen die ik slecht heb behandeld. Eén grote aaneenschakeling van streken. Daarmee zou ik tot nieuwe inzichten kunnen komen, een soort loutering. In mijn dromen komt veel bagger naar boven, ik droom steeds van mijn ex, terwijl het al jaren uit is. Kennelijk knaagt er nog iets. Ik zou willen dat mijn dromen helemaal zuiver worden.
65. Welke plaat moeten we opzetten om je aan het huilen te
maken?
Que je t’aime van Johnny Halliday
Fijn interview. Maar doe ekkes die d in een t veranderen in de eerste regel. Of is dat ook bewust fucken?
Het beste medicijn tegen pijn is humor. Met humor en pijn weet je dat je leeft en er veel te genieten valt.