De Foute Jongens vieren feest
Op 15 juni verschijnt het derde deel van hun correspondentie bij uitgeverij Ezo Wolf.
Rob Hoogland, de nestor van de vaderlandse columnisten, en ik corresponderen al tien jaar lang iedere maand in HP/De Tijd. Op vrijdag 14 juni wordt dit bijzondere huwelijk in Amsterdam bekroond met de presentatie van een schitterend jubileumboek. Het ideale geschenk voor vaderdag!
In Mokum heeft men het nog steeds over de vorige boekpresentatie, die werd opgeluisterd door Barry Hay, Rene van der Gijp, Martin Koolhoven, Maarten Spanjer, Rob Muntz en Sylvia Witteman.
De Volkskrant wijdde zijn hele zaterdagglossy aan ons met een bizar interview door hun sterverslaggever Maxi Hartman, die na drie dagen Algarve op zijn tandvlees naar Nederland terugkeerde.
Vandaag een voorproefje uit de laatste editie van HP/De Tijd
Rob: Wij corresponderen nu een jaar of acht, mijnheer Van Amerongen. Is de wereld daar iets mee opgeschoten? Er schuilt enige atypische misantropie in die vraag – normaal gesproken ben ik de vrolijkheid zelve. Maar als ik terugkijk op de periode waarin wij in gezamenlijkheid en in het openbaar scriberen maakt zich toch een zekere somberheid van mij meester.
Heeft het allemaal zin gehad?
Hadden wij misschien een andere weg moeten inslaan?
Niet dat ik het als mijn voornaamste opdracht beschouw de wereld te verbeteren. Vroeger werd ik weleens gebeld door professor Smalhout. Hij publiceerde elke zaterdag een stuk van zo’n 900 conservatieve woorden in De T. en functioneerde in die hoedanigheid voor veel lezers als goeroe. Dokter Bob, zoals ik hem noemde, wentelde zich ook in die rol en vond dat ik dat, als mede-columnist, eveneens diende te doen. “Er zijn nog bergen werk voor ons te verzetten,” zei hij vaak tijdens die telefoontjes. “Ik hang liever de nar uit,” antwoordde ik dan. De professor begreep dat niet. “Gemakzucht,” oordeelde hij streng.
Toen ik u in februari 2016 voor het eerst de hand schudde – dokter Bob was ons een halfjaar eerder op 87-jarige leeftijd ontvallen – voelde ik mij alleen maar gesterkt in die overtuiging: de ene nar ontmoette de andere. Ik was op slechts vijf kwartier rijden van uw toenmalige woonst in de Oost-Algarve met vakantie in de Costa de la Luz, in het uiterste zuiden van Spanje. Wij hadden reeds maandenlang contact gehad via Twitter en Facebook en toen maakte ik toch maar eens een fysieke afspraak met u op het terras van een ijssalon in het pittoreske Olhão. Ik was op de hoogte van uw reputatie en daarom op veel voorbereid. Het viel alleszins mee, al liet u mij natuurlijk wel meteen de lunch betalen. En nu zijn we acht jaar verder, is onze rubriek niet meer uit HP/De Tijd weg te denken en werken wij aan ons derde olijke Grote Foute Jongens Boek én aan een geinige uitgave waarin onze liefde voor de hond centraal staat (ze komen allebei nog dit jaar uit bij Ezo Wolf).
Tjongejonge, wat schoppen wij toch een lol.
Maar leidde het ergens toe?
Ik maak mij zorgen over ons vak, collega. Er wordt inmiddels een recordhoeveelheid desinformatie over ons uitgespoeld, die mij mismoedig maakt. Wat Vladimir Poetin na de terreur in de Crocus City Hall van Moskou op 22 maart flikte – IS eiste de aanslag op, maar het kwam deze schoft beter uit om Oekraïne de schuld te geven – is ongehoord, óók omdat hij de Russische staatsmedia daarvoor kan gebruiken en er zelfs in Nederland journalistieke medestanders mee vindt. En wat mij eveneens beangstigt is dat zoveel mensen waarde hechten aan wat het ‘persbureau’ van het Hamas-tuig over de gebeurtenissen in de Gazastrook naar buiten brengt. Het zijn aantoonbare leugens; menige onafhankelijke expert heeft dat reeds uitgelegd. In werkelijkheid vielen er tijdens een oorlog als deze verhoudingsgewijs nog nooit zo weinig burgerdoden. Toch tuinen vele miljoenen mensen erin, óók in de serieuze journalistiek, met alle gevolgen van dien.
Dienen wij onze taak te heroverwegen, mijnheer Van Amerongen?
Zeg het mij!
Arthur: Je vraagt: heeft het allemaal zin gehad? Hadden wij misschien een andere weg moeten inslaan? Filosofisch als ik ben, denk ik dan aan het gedicht Ithaka van de Griek Konstantínos Petros Kaváfis. Ithaka was het reisdoel van Odysseus. Hij deed daar twintig jaar over, als ik Homerus mag geloven. Jij bent natuurlijk geen gympik zoals ik, maar vermoedelijk gaan er nu toch bellen rinkelen onder je oude schedeldak. Volgens Homerus duurde de terugkeer van Odysseus naar het reisdoel Ithaka twintig jaar. Kaváfis dichtte: Ithaka gaf je de mooie reis. Was het er niet, dan was je nooit vertrokken, verder heeft het je niets te bieden meer. Overigens zei de oude Confucius het ook al: de reis is belangrijker dan de bestemming. En de Bhagwan voegde daar aan toe: wij zijn een roze wolk die nergens vandaan komt en nergens naartoe gaat.
Tot zover het goede nieuws, want sinds ik mij met jou heb geëncanailleerd, ben ik geëxcommuniceerd door de Linkse Kerk. Die was voor mij een klotsende warme baarmoeder, waaruit ik ruw werd geaborteerd – met een roestige, niet eens verhitte breinaald – toen ik samen met jou op één affiche kwam te staan van de tot dan toe deftige en eerbiedwaardige uitgeverij Kluitman. Ik werd gedwongen om mijn goedbetaalde en gewaardeerde column bij de Volkskrant op te geven en daalde noodgedwongen af naar de Hades van de media: GeenStijl en Ongehoord Nederland.
Beter was ik voor Arts en Auto gaan corresponderen met professor Bob Smalhout, inderdaad een onberispelijke en keurige man. Onze samenwerking, Robbie, leidde zelfs tot een publiekelijke executie van Propria Cures, het orgaan van de Universiteit van Amsterdam dat een hele generatie vlijmscherpe literatoren heeft voortgebracht, zoals Godfried Bomans, Mensje van Keulen, Vic van de Reijt, Theodor Holman, Joop van Tijn en Marck Burema, jou beter bekend als Pritt Stift van GeenStijl. Tessa Sparreboom, die nu de ster is van HP/De Tijd, schreef een vernietigende recensie waarin ze vooral jou aan het kruis nagelt.
Leest en huivert: “Voordat de twee elkaar op Facebook leerden kennen, leefde Van Amerongen een rustig bestaan op zijn slangenboerderij in de Algarve. Iedere ochtend stond hij vroeg op om zijn dieren te melken en later op de dag het gif te nuttigen. Zijn eigen reptielenkop liet hij maar zelden zien in Nederland. Ondertussen bestierde Hoogland 2500 kilometer verderop een column in De Telegraaf. Hij was bijna toe aan zijn 7000ste stukje en, eerlijk is eerlijk, hij zat zich weleens te vervelen in zijn study. Dan gooide hij wat pijltjes naar een dartbord, of hij gooide for old times’ sake zijn gestrekte rechterarm met vlakke hand schuin de lucht in, grinnikend omdat dat natuurlijk echt niet kon. Een spiegel had hij niet, want naar eigen zeggen schrok hij zich een hoedje als hij erin keek – en terecht. Hadden de makers van The Exorcist Emile Roemer als Regan gecast, dan had Hoogland het meisje in haar demonische staat moeten spelen.”
Het enige dat onze reis heeft opgeleverd, is dat we door frisse jonge meisjes als collega Tessa worden afgeserveerd als seniele narren. En al die grapjes over ons uiterlijk: ik zou zulks nooit doen.
Rob: Mijn hemel, over desinformatie gesproken. Maar goed, ik laat dit allemaal voor uw en Tessa’s rekening, mijnheer Van Amerongen. U kent het spreekwoord ‘Wiens brood men eet, diens woord men spreekt’? Van Tessa hebben we dus geen last meer. Ik probeerde slechts een fatsoenlijke discussie op gang te zetten over een steeds groter wordend vraagstuk. Al geef ik toe dat nieuws, vooral wanneer het de autoriteiten onwelgevallig is, soms wel héél erg snel de kwalificatie ‘desinformatie’ krijgt.
Ik citeer de Europese Commissie: “Desinformatie is een probleem dat zich steeds verder ontwikkelt. De steeds negatievere gevolgen voor de samenleving in alle EU-landen vereisen een gecoördineerde, gezamenlijke en duurzame aanpak. Daartoe heeft de Europese Unie een actieplan ontwikkeld dat gebaseerd is op vier pijlers: betere opsporing van desinformatie; versterking van de samenwerking tussen de EU-instellingen en de lidstaten; mobilisatie van de particuliere sector en bewustmaking van het publiek.”
Een actieplan van de Europese Commissie (inclusief een ‘toolkit voor leerkrachten om jongeren te informeren over desinformatie’), daar krijg ik dus óók de kriebels van. Wanneer zo’n verre van democratische instantie iets dergelijks lanceert, laadt zij al snel de verdenking op zich dat zij critici de mond wil snoeren.
Maar goed, het gevaar dat desinformatie voor ons vormt bestaat ontegenzeggelijk. Ik noem de veel te grote macht die het World Economic Forum vaak krijgt toebedeeld, alsmede het zaaien van twijfel over de werking van coronavaccins, die in werkelijkheid wereldwijd miljoenen levens redden. En laten we wel wezen: Brussel heeft domweg gelijk wanneer het stelt dat Europa zich dient voor te bereiden op een ‘digitale leugengolf’ in de aanloop naar de Europese verkiezingen in juni.
De samenleving kan erdoor ontwricht raken en helaas speelt kunstmatige intelligentie daarbij een steeds grotere rol. Dat de nieuwsvoorziening maar beter mensenwerk kan blijven blijkt keer op keer. De kwaliteit van AI zal ongetwijfeld nog verbeteren, maar manipulatie zal altijd op de loer blijven liggen. Er is weinig fantasie voor nodig om je bunkers op duistere plekken in de wereld voor te stellen, in Rusland bijvoorbeeld, waarin geheime-dienstfunctionarissen met opzet beschadigende nep-informatie toevoegen aan de beschikbare data. En krijg dat er dan nog maar eens uit.
U kent Googles antwoord op ChatGPT, mag ik aannemen? Eerst heette het Bard, toen Gemini. De Google-wokeledokies (m/v/x) hadden het dusdanig aan hun wensen aangepast dat je zelfs een zwarte persoon kreeg voorgeschoteld wanneer je om een afbeelding van een viking of van de paus vroeg. Gemini’s optie om afbeeldingen te leveren werd in Silicon Valley dus snel tot nader order ongedaan gemaakt, maar ook tekstmatig produceert het programma nog steeds onzin.
Dat werd mij onlangs duidelijk toen ik nieuwsgierig‘career columnist rob hoogland’ op Gemini intikte. Wat werd mij medegedeeld? Dat ik in 2016 in de tv-serie Zomergasten heb opgetreden (niet waar), in 2010 het boek De toekomst van Nederland heb gepubliceerd (niet waar) en in 2005 de Nipkowschijf heb gewonnen (niet waar), die bovendien als ‘de belangrijkste prijs in de Nederlandse journalistiek’ werd omschreven (niet waar). Daarnaast zou ik in 2015 afscheid hebben genomen van De Telegraaf (niet waar).
Ben ik zelf eigenlijk wel waar, mijnheer Van Amerongen?
Arthur: Wat goed en toevallig dat je begint over kunstmatige intelligentie! Op het moment van schrijven ben ik in Londen, op uitnodiging van de jou welbekende mediapersoonlijkheid Rob Muntz. Hij heeft een sjiek appartement gehuurd om de hoek van Camden Market in Islington. De andere reisgenoten zijn Mark, een bankier die jaren in de City of London werkte, en Hans, een pionier op het gebied van kunstmatige intelligentie. Vier leuke, erudiete zestigers van wit die als gemeenschappelijke liefde de film The Hangover hebben. Ik schrijf nadrukkelijk ‘van wit’ en dat staat natuurlijk raar, maar men schrijft ook ‘van kleur’, dus.
Met Hans heb ik het uitvoerig gehad over AI. Ik wilde van hem vooral weten of journalisten, schrijvers en columnisten vervangen kunnen worden door AI. Jij hebt ruim 5000 columns geschreven en die zweven allemaal door cyberspace. ChatGTP maakt daar gebruik van. Dus als jij dood bent, kan De Telegraaf gewoon doorgaan met jouw column, die in elkaar geflanst wordt door AI. Niemand die het merkt, zelfs de weduwe Hoogland niet. Hans vertelde mij onder andere dat het grootste probleem van AI is dat de middelmatigheid nog middelmatiger wordt. Iedereen put uit die enorme hoeveelheid data op internet en die is grotendeels middelmatig. Mediocre journalisten, maar ook advocaten en notarissen worden waarschijnlijk overbodig. Hans verwacht dat er een enorme schifting komt.
Bild Zeitung, te vergelijken met jouw Telegraaf, besloot recentelijk om een groot deel van z’n verslaggevers weg te doen en om het merendeel van de content door AI te laten genereren. Dan heb je het over content in zijn meest brede vorm, dus een verhaaltje met een plaatje, filmpje of muziekje. Het AD doet dit al geruime tijd en geen hond die het merkt. Uiteindelijk moet die content nog wel door een mens ‘gecureerd’ worden, maar het klassieke journaille is overbodig.
Ik wil graag ingaan op jouw vraag of jij wel waar bent (attenooje, je lijkt Schopenhauer wel, of Nietzsche voor mijn part). Je moet ChatGPT eens vragen om een column in jouw geest te laten schrijven. Dus je tikt Rob Hoogland in, Telegraaf, Foute Jongens, column, waterpolo, dieet, drank, golf en Zeer Kort Verhaal plus A.L. Snijders. Moet je dan eens kijken wat the ghost in the machine uitbraakt in luttele seconden. Als je mijn naam aan dat rijtje toevoegt, krijg je echt een briljante en geestige Foute Jongens. Dat doen we voor volgende maand, en ik weet zeker dat we eindelijk eens een compliment krijgen van onze geliefde hoofdredacteur en wellicht zelfs van Tessa!
Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €5 per maand.
Ik zie ook zo uit naar het “Grote foute Hondenboek”, geschreven door twee foute Honden, uitgegeven door een Wolf!
Ik vermoed een soort Keith Richards-achtig scenario voor ome Rob. Dat hij nu in een lichte midlifecrisis terecht lijkt te komen -geconcludeerd uit de existentiële vragen die hij stelt- houdt automatisch in dat hij pas 'op de helft' is.
Dus als hij de honderd reeds ver gepasseerd is kunnen wij, mochten we het redden zolang, nog steeds van zijn stukkies genieten.
Geruststellend vooruitzicht.