Ik wil eerst even iets rechtzetten: in cyberspace ga ik door het leven als Don Arturo, terwijl mijn artiestennaam Don Arturito luidt. Meneer Tuurtje dus. Dat “don” heb ik niet zelf verzonnen maar zo sprak mijn schoonmaakster in Paraguay mij aan. In Paraguay wordt iedereen die ook maar een beetje pigmentuitgedaagd is - of het nou nazaten zijn van de Spaanse conquistadores of gevluchte Duitse nazi’s - don of donna genoemd.
En dan die deconstructie. Ik ben inmiddels 64 en hoewel ik geestelijk nog steeds 14 jaar ben, merk ik wel dat het einde nadert. Het leven is als een wc-rol: hoe dichter je bij het einde komt, hoe sneller het gaat. Ik merk dat ik wat sentimenteler word, en dat ik steeds vaker terugblik op mijn leven, dat altijd totaal chaotisch was. Drank & drugs speelden een grote rol maar sinds ik in de Algarve woon, in een natuurgebied aan zee waar ik nauwelijks impulsen krijg behalve die van de elementen, de oceaan, de roze flamingo's, de hondjes en de verloofde, is er een soort rust ingedaald. Ik ben scherven aan het lijmen, zo voelt het, en hoop dat er een fijn vaasje ontstaat.
Substack is een perfect medium, niet te vergelijken met X en Facebook. Ik kan hier in alle rust mijn leven reconstrueren. Ik beschouw Substack als een dagboek waarin ik de waan van alledag beschrijf en niet zelden terugblik. Ik heb er nu ook de energie voor omdat ik in een maand 6 kilo ben afgevallen (geen kanker of aids, gewoon dieet en naar de gym) en voel mij behoorlijk kwiek en levenslustig. Die energie heb ik nodig want een dagboek bijhouden is geen peulenschil. Nog 10 kilo te gaan en dan ben ik op mijn streefgewicht van 80 kilo. Zoveel woog ik toen ik Brussel Eurabia schreef in Belgikistan. Vorig jaar dacht ik echt dat ik dood ging en daarom hield ik op GeenStijl een dagboek bij, dat resulteerde in een boek dat net uit is. Altijd direct bij mijn uitgever Ezo Wolf bestellen want de boekhandel pakt bijna 50 procent van ieder verkocht boek en zo houden wij er ook nog iets aan over.
Over dagboeken gesproken: ooit hield ik een droomdagboek bij. Ik werd geteisterd door vreselijke hoofdpijnen die om elf uur ́s ochtends begonnen en pas laat in de avond in kracht afnamen. Wellicht kon ik door droomanalyse (een bitcoinhandelaar in Somalië is betrouwbaarder) achter de oorzaak van de pijnen komen. In elke droom was ik weer terug in het ouderlijk huis, alsof dat een soort gevangenis was waaruit ik wel fysiek was ontsnapt. Ik heb toen werkelijk alles geprobeerd om achter de oorzaak te komen van die helse pijnen: een droomdagboek dus, psychotherapie, Bach-therapie, iriscopie, acupunctuur, aurafotografie, helderzienden, de I Ching en wat dies meer zij. Ik was toen ook weer eens met roken en drinken gestopt en rende elke dag twintig kilometer maar niets hielp tegen de hoofdpijn. Op een dag waren de pijnen weg, zomaar. Sindsdien houd ik mij verre van al die esoterische ellende. Omdat ik totaal geen spiritueel tiepje ben, laat staan gelovig, wordt mij vaak verweten dat ik nihilistisch ben en dientengevolge niets en niemand serieus neem. Ik zou alles afdoen met een lolletje, een gebbetje en een gekke grimas. Dat kreeg ik tenminste altijd te horen van mijn diverse exen wanneer die mij met kop en schouders het huis uit bonjourden. En daar ging ik weer, met mijn knapzak. Die exen hadden uiteindelijk het beste met mij voor, want steevast kreeg ik bij het afscheid dezelfde pocket over het Syndroom van Peter Pan mee.
Ik citeer:
“Het syndroom van Peter Pan is een informele term uit de psychologie. De term werd voor het eerst gebruikt door dr. Dan Kiley in het boek The Peter Pan Syndrome: Men Who Have Never Grown Up (1983) en duidt op het verschijnsel dat sommige mannen zich op latere leeftijd puberaal, onvolwassen en narcistisch blijven gedragen en bang zijn om zich te binden. Naast narcisme treden bij deze mannen onbetrouwbaarheid, rebelsheid, woede, afhankelijkheid en manipulatiedrang op. Kiley beschouwt dit gedrag als uiting van de diepgewortelde wens om bemoederd te worden.”
Enfin, inmiddels ben ik – met negen tenen in het graf – best een beetje volwassen geworden en serieus geworden, maar dat komt vooral door mijn hondjes.
in den beginnen: Jagua en Fabia, de ouders van mijn roedel (dat hun herinnering tot een zegen mag zijn)
En zo geschiedde
Gezinsuitbreiding…
Aankomst in Spanje met vijf honden, na een helse vlucht van Paraguay, via Bolivia naar Madrid. Moeder Fabia is even plassen en zou tijdens het transport naar de Algarve uit haar kooi breken. Te pletter geslagen of gaan zwerven, ik wil daar niet te vaak aan denken.
Die beestjes zijn mijn kinderen en ik ben altijd een uitstekende en zeer verantwoordelijke vader. Bovendien zorgen ze voor enige regelmaat in mijn verder zinloze bestaan. Het feit dat ik nihilistisch ben, wil niet zeggen dat ik geen moreel besef heb. Zo heb ik een bloedhekel aan mensen die zich beter voordoen dan ze zijn. De Schimmelpenninckjes van deze wereld. Dat heb ik van mijn moeder meegekregen. Zij was wellicht een beetje gek maar zuiver op de graat en goudeerlijk. Mijn mama kon binnen een seconde zien of iemand deugde of niet. Het goede mens had een bloedhekel aan ijdeltuiten en narcistische leeghoofden. Graag gaf ze het voorbeeld van Nebukadnessar, de koning van Babel, een van de grootste ijdeltuiten uit de geschiedenis van de mensheid. Die eindigde gras grazend tussen de beesten des velds.
De deconstructie van Don Arturito laat zich lezen als een geautoriseerde autobiografie en dus volstrekt onbetrouwbaar. Maar u zal vaak lachen en een traantje wegpikken. Holadiejee, holadiejoo. Op een gegeven moment zal ik bij u moeten gaan bedelen om een aalmoes want voor niets gaat de zon op en de loopbaan van een columnist is eindig en ik heb geen pensioen. Tot bedels!
Hoe dan ook je bent een lieve vent(je).
Ik ben al bijna 15